Railatlas van Rotterdam

4.2 DELFSHAVEN

Het eigenlijke Delfshaven ontstond in 1389 toen de Delfshavensche Schie werd gegraven om de stad Delft een verbinding met de Maas te geven. Sindsdien konden de schepen vanuit Delft via de Delftsche- en Delfshavensche Schie de Nieuwe Maas bereiken. Rondom de Aelbrechtssluis ontstond het havenstadje Delfshaven. Het had de status van een ‘kolonie van Delft’. Aan het begin van de 16de eeuw telde Delfshaven iets meer dan 100 huizen en 400 inwoners. De groei stagneerde toen de Hoeken tijdens de Hoekse- en Kabeljauwse twisten enorme verwoestingen aanrichtten. Dankzij de haringvisserij en de walvisvaart groeide Delfshaven later uit tot een welvarend stadje met zo’n 1000 inwoners. Nadat Delfshaven zichzelf in 1795 onder protest van Delft tot zelfstandige gemeente had uitgeroepen, verkreeg het in 1825 stadsrechten. De gemeente Delfshaven strekte zich in de 19de eeuw in het oosten uit tot voorbij de huidige ’s-Gravendijkwal. In 1886 werd de gemeente Delfshaven door Rotterdam geannexeerd.
Het gebied (voorheen de deelgemeente) Delfshaven is thans veel groter dan de oorspronkelijke havenplaats met die naam. Met de wijken Middelland (1890), het Nieuwe Westen (1900), Bospolder en Tussendijken (1910), Spangen (1916), het Witte Dorp (1920), Oud-Mathenesse (1930) en het industriegebied Nieuw-Mathenesse rond de Merwehaven omvat Delfshaven tegenwoordig het gehele westelijke deel van Rotterdam. Enkele oude havengebieden en industriegebieden, het Lloyd-kwartier en Schiemond, langs de Nieuwe Maas zijn de afgelopen decennia getransformeerd tot nieuwe woonwijken.
Het oude Delfshaven rond de Aelbrechtskolk en de Voorhaven resteert thans als één van de weinige historische delen van Rotterdam.
De wijk Middelland wordt begrensd door het spoorwegemplacement van het Centraal Station, de Henegouwerlaan, de ’s-Gravendijkwal, de Rochussenstraat en de Heemraadssingel. De aan het einde van de 19de eeuw ontworpen wijk heeft meer allure dan het aangrenzende Oude Westen en telt behalve een aantal statige lanen en singels (Mathenesserlaan, Heemraadssingel, Claes de Vrieselaan) ook enkele drukke winkelstraten, zoals de Nieuwe Binnenweg en de 1ste en 2de Middellandstraat. Grenzend aan de wijk Middelland vinden we het Nieuwe Westen, gebouwd in de jaren twintig van de vorige eeuw en begrensd door de Heemraadssingel en de Delfshavense Schie.
Aan de westelijke zijde van de Delfshavense Schie ligt de wijk Bospolder-Tussendijken. Deze wijk wordt begrensd door de wijk Delfshaven, het vroeger spoorwegemplacement en nu wijkpark langs de Hudsonstraat en de Mathenesserweg. De wijk bestaat uit twee delen, het gebied ten zuiden van de in 1910 aangelegde Schiedamseweg is Tussendijken, dat ten noorden daarvan is Bospolder. Op 31 maart 1943 werd de wijk Tussendijken grotendeels verwoest door het zogenaamde ‘vergeten bombardement’, een vergissing van de geallieerde luchtmacht.
Ten noorden van de Mathenesserweg vinden we de wijk Spangen. Het deel tussen de Mathenesserweg en de Mathenesserdijk wordt ‘bovendijks’ Spangen genoemd. Aan de voet van de dijk, van de kade langs de Delfshavense Schie tot aan de Spaansebocht in het westen en de Horvathweg in het noorden, ligt ‘benedendijks’ Spangen. Midden in de wijk Spangen staat het oudste voetbalstadion van Nederland, het Kasteel van Sparta uit 1916, dat in 1999 volledig werd gerenoveerd. Ook overige delen van Spangen ondergingen recentelijk een grootschalige renovatie.
Oud-Mathenesse ligt in het uiterste westen van Rotterdam. De wijk wordt begrensd door de Hogenbanweg, die tevens de gemeentegrens tussen Rotterdam en Schiedam vormt. De zuidgrens wordt gevormd door de lange dijk tussen Rotterdam en Schiedam, de Schiedamseweg met daarachter de Merwehaven. Ten oosten wordt de wijk begrensd door het Witte Dorp en de Tjalklaan. De Horvathweg is de noordgrens.
Nieuw-Mathenesse is een buitendijks gebied dat in het oosten wordt begrensd door de wijk Schiemond, in het noorden door de voormalige spoorwegemplacementen bij de Vierhavenstraat en de Schiedamseweg/Rotterdamsedijk, in het westen door de Buitenhaven in Schiedam en in het zuiden door de Nieuwe Maas. De gemeentegrens tussen Rotterdam en Schiedam loopt over de Van Deventerstraat, een deel van de Nieuw-Mathenesserstraat en een deel van de Gustoweg in het westen van het gebied.

Tramlijnen naar Delfshaven
Op het gebied van stedelijk railvervoer opende de RTM op 9 april 1881 een stoomtramlijn via de in aanvang nog grotendeels onbebouwde Nieuwe Binnenweg naar de Havenstraat nabij het Lage Erf in Delfshaven. Een jaar later werd deze stoomtramlijn via de Aelbrechtsbrug en de Mathenesserdijk verlengd naar de zgn. Hooge Boomen, een oude boerderij nabij het latere Marconiplein. Vandaar werd benedendijks (onderlangs) via Schielandsch Hooge Zeedijk en de Rotterdamschedijk de Koemarkt in Schiedam bereikt. In het centrum van Rotterdam werd deze stoomtramlijn verlengd naar de Van Oldenbarneveltstraat nabij de Coolsingel. Tussen de Van Oldenbarneveltstraat en de Havenstraat werden tot 20 november 1892 supplementdiensten gereden. Op 18 december 1892 verscheen een paardentramlijn in Delfshaven, namelijk tussen de Havenstraat en de Westzeedijk nabij de Scheepstimmermanslaan.
Na klachten van een heus actiecomité werd de stoomtramlijn op 12 maart 1903 op last van de gemeente Rotterdam ingekort tot een eindpunt in de Duyststraat nabij de Nieuwe Binnenweg. Het resterende traject via de Nieuwe Binnenweg naar de Van Oldenbarneveltstraat bij de Coolsingel werd sindsdien als paardentramlijn geëxploiteerd.Beide RTM-lijnen werden op 17 december 1906 geëlektrificeerd en door de RETM geëxploiteerd. De lijn via de Havenstraat kreeg het lijnnummer 7 en die via de Mathenesserdijk naar Schiedam werd lijn 8. Vanaf de Westzeedijk voerde de route van de in twee richtingen bereden ringlijn 7, net als die van de paardentram, aanvankelijk via de oude Westzeedijk (thans het Heiman Dullaertplein, de Pieter de Hoochstraat en de Kapelstraat) naar de Havenstraat. Op 15 juli 1908 werd deze, deels nog enkelsporige route, verlegd via de nieuw aangelegde Ruigeplaatweg (later ook Westzeedijk genaamd) en de Oostkousdijk.
De bebouwing in het westelijke stadsdeel was rond 1900 nog voornamelijk beperkt tot het oude Delfshaven. De wijken Bospolder, Tussendijken en Spangen kwamen eerst kort na aanvang van de 20ste eeuw tot ontwikkeling.
Tramlijn 8 kon per 1 december 1910 het langere en bochtige traject via de Mathenesserdijk verlaten, nadat een doorbraak tot stand was gekomen in de bebouwing, die liep van de Mathenesserdijk naar de Aelbrechtskolk. Via de nieuw aangelegde Schiedamscheweg en via een eveneens nieuw gebouwde Aelbrechtsbrug die aansloot op het Lage Erf kreeg tramlijn 8 een kortere en snellere verbinding tussen het Lage Erf en de Hooge Boomen, het latere Marconiplein. (De nieuwe Aelbrechtsbrug was een dubbelsporige ophaalbrug over de Aelbrechtskolk in het verlengde van
de Schiedamscheweg. De oude Aelbrechtsbrug was een smalle enkelsporige draaibrug in het verlengde van de Mathenesserdijk).
De stoom- en paardentramremise aan de Nieuwe Binnenweg werd geheel verbouwd en aangepast voor de elektrische tram. Op 13 maart 1907 verscheen een geheel nieuwe tramlijn 5 vanuit Kralingen in de nieuwe wijk Middelland. In eerste aanleg kreeg deze tramlijn een kopeindpunt op de 2de Middellandstraat nabij de Heemraadssingel, doch op 16 september 1911 werd deze lijn verlengd over de Vierambachtsstraat, vanwaar via een lus door de Van Heusdestraat en de Gerrit Jan Mulderstraat werd teruggereden. Vanaf het Tiendplein lagen de tramrails in de 1ste en 2de Mid-dellandstraat en in de Vierambachtstraat ter weerszijden van een brede middenberm. In 1928 werden de sporen naar het midden van de rijbaan verplaatst en eerst veel later, in de jaren zeventig van de vorige eeuw, op vrije baan gelegd. In het begin van deze eeuw werd deze vrije baan, die in eerste aanleg bestond uit niet meer dan witte ononderbroken strepen op het wegdek, vervangen door een trambaan op TramPlus-niveau.

De oude Aelbrechtsbrug met de Havenstraat, Delfshaven, ca. 1900