Voor foto’s van het RTM trammaterieel klik hier.
Het ontstaan van de R.T.M.
Het was in de Betuwe, beter gezegd in Tiel, dat de plannen voor een tramnet in Rotterdam werden gesmeed. Het waren namelijk particulier W.D. van Maurik Dzn en de kooplieden van de firma K.B.J. de Bruyn & Co uit die plaats aan wie B en W van Rotterdam op 15 augustus 1878 een concessie voor dat doel verleenden.
Zij richten op 12 november van dat jaar samen met Mozes Ezechiels uit Rotterdam, Mr. Josephus Jitta en Hijmans uit Amsterdam, David van Wijk, stalhouder in Rotterdam, W.D. van Mourik uit Drumpt, E.F.J. de Burlet uit Tiel, P. Reynts Bok uit Ginneken, en De Benedetty en Beer, kooplieden uit Amsterdam de NV Rotterdamsche Tramweg Maatschappij op.
Met elkaar brachten zij een half miljoen aan toenmalige guldens op en als directeuren werden aangesteld Reynts Bok (president), Van Mourik, De Bruyn, Van Wijk en De Burlet. De overige oprichters werden samen met mr. J. Knottenbelt, commissaris.
De overdracht van de concessie aan de NV werd eerst op 20 januari 1879 goedgekeurd nadat was overeengekomen om stalen (Demerbe)rails in plaats van ijzeren te gebruiken.
De stad was in feeststemming die eerste junidag in 1879.
Enkele maanden daarvoor waren er al de nodige opbrekingen in de straten die daarmee voorzien werden van rails. Op zich geen onbekend gegeven omdat 40 jaar daarvoor al de trein haar intrede had gedaan, maar toch, rails midden in de stad?
Duizenden inwoners hadden zich vanaf de Noorderbrug en in de Jonker Fransstraat verzameld om het nieuwe wonder te kunnen aanschouwen dat vanuit de remise aan de Isaäc Hubertstraat was vertrokken.
Dat ene trammetje met een paard ervoor was echter voldoende om kranten te vullen en de Rotterdamse bevolking op de been te brengen.
Keurig bruin geverfd aan de bovenzijde en zwart voor het onderstel, roodpluche kussens, spiegelruiten en een bestuurder en conducteur in uniform.
De lijnen
De route verliep verder via de in 1870 gedempte Binnenrotte naar het Leidscheveer wat werd bereikt via een nieuwe stevige klepbrug over de nog niet gedempte Goudschesingel en de Heerenstraat waarna de Gedempte Binnenrotte tot aan het Leidscheveer, vlakbij het Groote Kerkplein werd bereikt. Twee dagen later werd de lijn verlengd via het Steiger naar de Groote Markt en de dag daarop via de Moriaanstraat, het Moriaansplein en het Westnieuwland naar het Beursplein, wat een beoogd centraal punt van tramverbindingen zou worden.
Drie weken later werd al een nieuwe lijn, Beursplein-Park in gebruik genomen. Met een tarief van 12 1/2 cent was deze iets duurder dan de eerste lijn. Toch bleek deze lijn niet echt een succes waardoor deze begin 1882 werd gecombineerd met de lijn Beursplein-Willemsplein. Op 1 oktober 1979 werd de lijn Vanaf het Beursplein via de Boymansstraat naar het Centraal Station ingesteld (de eerste tramverbinding met het in al in 1847 geopende station), op 15 oktober van dat jaar gevolgd door de lijn Nieuwe Haven-Kralingen (Oostzeedijk). Ook kwamen er lijnen vanaf het Beursplein naar het Willemsplein en vanaf het Oostplein naar het Centraal Station).
In 1880 was het netwerk al uitgegroeid tot de lijnen A, B, C, D en E waarmee volgens de concessie nog één lijn te realiseren was.
Met al deze inmiddels verlengde en gecombineerde lijnen werd het Beursplein in 1884 dan ook knooppunt in plaats van eindpunt in het lijnennet.
lijn A 1-10-1879 Centraal Station-Beursplein; rode koersborden
17-5-1884 verlengd; Centraal Station-Van der Takstraat
1-1-1902 verlengd; Centraal Station-Prinsenhoofd
lijn B 25-6-1879 Beursplein-Park (Kievitslaan ); groene koersborden
1-2-1882 opgeheven (combinatie lijn C)
lijn C 18-1-1880 Schiedamschesingel-Willemsplein; groene koersborden
1-2-1882 combinatie met lijn B Beursplein-Westerlaan (Park)
17-5-1884 opgeheven (combinatie lijn E)
lijn D 1-6-1879 Jonker Fransstraat-Beursplein; witte koersborden
1-5-1887 verlengd; Jonker Fransstraat-Boompjes
6-4/24-4/1-6-1896 verlengd; Schoonoordstraat-Boompjes
lijn E 25-10-1879 Oostzeedijk-Nieuwe Haven; groene koersborden
17-5-1884 combinatie met lijn C Oostzeedijk-Westerlaan (Park)
lijn F 4-2-1880 Oostplein-Centraal Station; gele koersborden
21-1-1883 verlengd; Maasstation (Oosterkade)-Centraal Station
1-5-1887 verlengd; Maasstation (Oosterkade)-Willemsplein
Pv Slagveld-Hoevestraat; rode koersborden
1-2-1902 Slagveld-Heulbrug
20-10-1904 verlegd Slagveld-Hoevestraat
Sv Slagveld-Overschie (vervanging IJSM stoomtramlijn);
14-12-1890 ter vervanging van de omnibuslijn
Wz Scheepstimmermanslaan-Havenstraat; paarse koersborden
18-12-1892
Nb Duysstraat-Beurs (vervanging van de stoomtramlijn); groene koersborden
12-10-1903 Duysstraat-Van Oldenbarneveltstraat
21-6-1904 verlengd Duysstraat-Beurs
Per 7 april 1904 is de exploitatie van de lijnen overgenomen door de R.E.T.M. waarbij de lijnen werden opgeheven bij de overschakeling naar de elektrische tractie.
De directie
Was al eerder geopperd dat de vijf directeuren elk 100.00,- gulden waard waren, als snel werd geroepen dat de directeuren elk een taak hadden; verzorging van het voer voor de paarden, de verzorging van de tuigen, het schoonhouden van de wagens, het schoonhouden van de rails en de inrichting van de directeurswoningen.
Feit was dat zij elke dinsdag tot en met vrijdag om 10 uur ’s ochtends overleg voerden over het bedrijf.
Niet alleen maakten zij studiereisjes naar Keulen, voor het aanleggen van de rails of Luxemburg, hoe met paarden om te gaan, maar ook werden flinke vorderingen in het bedrijf gemaakt. Op 29 november 1878 was de aanbesteding geregeld van de remise met werkplaatsen, het kantoor en de directeurswoningen en de bijbehorende werkzaamheden in de Isaäc Hubertstraat.
Maar er waren klachten vanuit de burgerij over de behandeling van de paarden.
Ook de discussie of er eventueel muilezels gebruikt zouden kunnen worden, gevolgd door een proef waarvoor 10 muilezels waren aangekocht, zette geen zoden aan de dijk en eindigde met het op natuurlijke wijze verdwijnen van de dieren.
Een en ander resulteerde in het ontslag op 20 november 1879 van de directeuren Van Wijk en Van Mourik. Het bleek onvoldoende en de president-directeur ging met ziekteverlof terwijl de resterende directieleden aftraden en als hoofdambtenaar in dienst kwamen.
Maar de R.T.M. keek ook verder dan Rotterdam. In 1886 werd de stadspaardentramlijn van The Tramways Trust Company Limited in Leiden overgenomen, in 1891 gevolgd door de paardentram in Dordrecht van de s.a. Belge des Tramways de Dordrecht en in 1892 de paardentramlijn Hoorn-Enkhuizen.
Ook werd de bespanning en exploitatie verzorgd voor o.a. de paardentramlijnen van de Schiedamse Tramweg Maatschappij en de Schielandse Tramweg Maatschappij en op nog vele andere plaatsen in het land.
Materieel
Voor de uitvoering van de dienst waren 25 gesloten paardentramrijtuigen gebouw door de firma Beijnes. Voor een 26e was een proef genomen met een Belgisch rijtuig dat evenwel minder goed bleek. Met 16 zitplaatsen binnen en 7 staanplaatsen op ieder balkon (waarvan 1 voor de conducteur en 1 voor de bestuurder) werden dus door één paard 30 mensen vervoerd. Kosten 2250,- gulden per stuk. Gekleurde vlaggen op het rijtuig gaven de lijn aan.
Naast de remise annex centrale werkplaats (en paardenstalling) aan de Isaäc Hubertstraat was in 1880 ook aan de Oostzeedijk in Kralingen op een stuk weiland een paardentramremise gebouwd.
In 1883 werd de remise vergroot en bood plaats aan 38 rijtuigen en 98 paarden. Ook in 1887 en in 1897 vonden uitbreidingen plaats waarmee de uiteindelijke capaciteit op 55 rijtuigen en 100 paarden werd gebracht.
Ook de remise Isaäc Hubertstraat was uitgebreid. Eerst in 1887 aan de noordzijde en in 1895 werd een twee remise aangebouwd. De schilderswerkplaats werd vernieuwd en ook werd een magazijn ingericht. In 1902 werd nog een nieuw stalgebouw neergezet met ruimte voor ruim 100 paarden.
De uitbreiding van het lijnennet noodzaakte al snel tot uitbreiding van het materieel waarbij niet alleen gesloten maar ook open rijtuigen werden aangeschaft.
Bovendien ging materieel van de R.T.M. op andere plaatsen in het land rijden waardoor een goed overzicht lastig is geworden.
Materieeloverzichten rijtuigen RTM (met medewerking van Peter Bakker)
PAARDENTRAMRIJTUIGEN | |||||||||
Bedrijf | Nr. | Soort | Leverancier | Zitpl. | Staanpl. | Bouwjaar | In dienst | Afvoer | Bijzonderheden |
RTM | 1 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879 | 1879 | 1905 | In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot bijwagen 308. |
RTM | 2 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879 | 1879 | 1905 | In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot bijwagen 309. |
RTM | 3 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879 | 1879 | 1905 | In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot bijwagen 301. |
RTM | 4 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879 | 1879 | 1905 | In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot bijwagen 303. |
RTM | 5 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879 | 1879 | 1905 | In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot bijwagen 305. |
RTM | 6 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879 | 1879 | 1923 | In 1904 overgedragen aan de RETM en in 1908 verbouwd en ingezet op de lijn naar Overschie als RETM 401. |
RTM | 7 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879 | 1879 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot bijwagen 348. |
RTM | 8 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879 | 1879 | 1888 | Verkocht aan SMAS. |
RTM | 8 | 1879 | Zie tabel stoomtramrijtuigen. | ||||||
RTM | 9 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879 | 1879 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot bijwagen 350. |
RTM | 10 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879 | 1879 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM. |
RTM | 11 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879 | 1879 | 1905 | In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot bijwagen 304. |
RTM | 12 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879 | 1879 | 1905 | In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot bijwagen 306. |
RTM | 13 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879 | 1879 | 1905 | In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot bijwagen 307. |
RTM | 14 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879 | 1879 | 1905 | In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot bijwagen 310. |
RTM | 15 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879 | 1879 | 1888 | Verkocht aan SMAS. |
RTM | 15 | 1879 | Zie tabel stoomtramrijtuigen. | ||||||
RTM | 16 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879 | 1879 | 1905 | In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot bijwagen 312. |
RTM | 17 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879 | 1879 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot bijwagen 313. |
RTM | 18 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879 | 1879 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot bijwagen 316. |
RTM | 19 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879 | 1879 | 1905 | In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot bijwagen 311. |
RTM | 20 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879 | 1879 | 1907 | In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna in gebruik als bovenleidingwagen. |
RTM | 21 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879 | 1879 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot bijwagen 317. |
RTM | 22 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879 | 1879 | 1923 | In 1904 overgedragen aan de RETM en in 1908 verbouwd en ingezet op de lijn naar Overschie als RETM 402. |
RTM | 23 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879 | 1879 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot bijwagen 345. |
RTM | 24 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879 | 1879 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot bijwagen 346. |
RTM | 25 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879 | 1879 | 1923 | In 1904 overgedragen aan de RETM en in 1908 verbouwd en ingezet op de lijn naar Overschie als RETM 403. |
RTM | 26 | Zie tabel stoomtramrijtuigen. | |||||||
RTM | 27 | Zie tabel stoomtramrijtuigen. | |||||||
RTM | 28 | Zie tabel stoomtramrijtuigen. | |||||||
RTM | 29 | Zie tabel stoomtramrijtuigen. | |||||||
RTM | 30 | Zie tabel stoomtramrijtuigen. | |||||||
RTM | 31 | Zie tabel stoomtramrijtuigen. | |||||||
RTM | 32 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879 | 1880 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot bijwagen in de serie 301-350. |
RTM | 33 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879 | 1880 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot bijwagen in de serie 301-350. |
RTM | 34 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879 | 1880 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot bijwagen in de serie 301-350. |
RTM | 35 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879 | 1880 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot bijwagen in de serie 301-350. |
RTM | 36 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879 | 1880 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot bijwagen in de serie 301-350. |
RTM | 37 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879 | 1880 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot bijwagen in de serie 301-350. |
RTM | 38 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879 | 1880 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot bijwagen in de serie 301-350. |
RTM | 39 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879 | 1880 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot bijwagen in de serie 301-350. |
RTM | 40 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879 | 1880 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot bijwagen in de serie 301-350. |
RTM | 41 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879 | 1880 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot bijwagen in de serie 301-350. |
RTM | 42 | opr | België | 35 | 4 | 1880 | 1880 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM. |
RTM | 43 | opr | België | 35 | 4 | 1880 | 1880 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM. |
RTM | 44 | opr | België | 35 | 4 | 1880 | 1880 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM. |
RTM | 45 | opr | Beijnes | 30 | 14 | 1880 | 1880 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM. |
RTM | 46 | opr | Beijnes | 30 | 14 | 1880 | 1880 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM. |
RTM | 47 | opr | Beijnes | 30 | 14 | 1880 | 1880 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM. |
RTM | 48 | opr | Beijnes | 30 | 14 | 1880 | 1880 | 1919 | Naar RTM lijn Dordrecht. |
RTM | 49 | opr | Beijnes | 30 | 14 | 1880 | 1880 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM. |
RTM | 50 | opr | Beijnes | 30 | 14 | 1880 | 1880 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM. |
RTM | 51 | opr | Beijnes | 30 | 14 | 1880 | 1880 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM. |
RTM | 52 | opr | Beijnes | 30 | 14 | 1880 | 1880 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM. |
RTM | 53 | opr | Beijnes | 30 | 14 | 1880 | 1880 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM. |
RTM | 54 | opr | Beijnes | 30 | 14 | 1880 | 1880 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM. |
RTM | 55 | opr | Beijnes | 30 | 14 | 1880 | 1880 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM |
RTM | 56 | opr | Beijnes | 30 | 14 | 1880 | 1880 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM. |
RTM | 57 | opr | Herbrand | 40 | 14 | 1880 | 1880 | In 1881 omgebouwd tot stoomtramrijtuig, zie aldaar. | |
RTM | 58 | opr | Herbrand | 40 | 14 | 1880 | 1880 | In 1881 omgebouwd tot stoomtramrijtuig, zie aldaar. | |
RTM | 59 | opr | Herbrand | 40 | 14 | 1880 | 1880 | In 1881 omgebouwd tot stoomtramrijtuig, zie aldaar. | |
RTM | 60 | gpr | Ragheno | 16 | 12 | 1880 | 1880 | In 1881 omgebouwd tot stoomtramrijtuig, zie aldaar. | |
RTM | 61 | gpr | Beijnes | 12 | 12 | 1884 | 1884 | 1901 | Voorzien van schuiframen. |
RTM | 61 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1901 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM en verbouwd tot bijwagen 347. | |
RTM | 62 | gpr | Beijnes | 12 | 12 | 1884 | 1884 | 1911 | Voorzien van schuiframen, ingezet op RTM-lijn Leiden. |
RTM | 63 | gpr | Beijnes | 12 | 12 | 1884 | 1884 | 1919 | Voorzien van schuiframen, ingezet op RTM lijn Dordrecht. |
RTM | 64 | gpr | Beijnes | 12 | 12 | 1884 | 1884 | 1906 | Voorzien van schuiframen. In 1904 overgedragen aan de RETM. |
RTM | 65 | gpr | Beijnes | 12 | 12 | 1884 | 1884 | 1901 | Voorzien van schuiframen. |
RTM | 65 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1901 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot bijwagen in de serie 301-350. | |
RTM | 66 | gpr | Beijnes | 12 | 12 | 1884 | 1884 | 1911 | Voorzien van schuiframen, ingezet op RTM lijn Leiden. |
RTM | 67 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1881 | 1881 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM en verbouwd tot bijwagen in de serie 301-350. |
RTM | 68 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1881 | 1881 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM en verbouwd tot bijwagen in de serie 301-350. |
RTM | 69 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1881 | 1881 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM en verbouwd tot bijwagen in de serie 301-350. |
RTM | 70 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1881 | 1881 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM en verbouwd tot bijwagen in de serie 301-350. |
RTM | 71 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1881 | 1881 | 1903 | Ìn 1903 afgevoerd na brand in remise Schiekade. |
RTM | 72 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1881 | 1881 | 1903 | Ìn 1903 afgevoerd na brand in remise Schiekade. |
RTM | 73 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879/1880 | 1885 | 1906 | Ex TTC. In 1904 overgedragen aan de RETM en verbouwd tot bijwagen in de serie 301-350. |
RTM | 74 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879/1880 | 1885 | 1906 | Ex TTC. In 1904 overgedragen aan de RETM en verbouwd tot bijwagen in de serie 301-350. |
RTM | 75 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879/1880 | 1885 | 1906 | Ex TTC. In 1904 overgedragen aan de RETM en verbouwd tot bijwagen in de serie 301-350. |
RTM | 76 | Zie tabel stoomtramrijtuigen. | |||||||
RTM | 77 | Zie tabel stoomtramrijtuigen. | |||||||
RTM | 78 | Zie tabel stoomtramrijtuigen. | |||||||
RTM | 79 | Zie tabel stoomtramrijtuigen. | |||||||
RTM | 80 | Zie tabel stoomtramrijtuigen. | |||||||
RTM | 81 | Zie tabel stoomtramrijtuigen. | |||||||
RTM | 82 | Zie tabel stoomtramrijtuigen. | |||||||
RTM | 83 | Zie tabel stoomtramrijtuigen. | |||||||
RTM | 84 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879/1880 | 1886 | Ex TTC. Ingezet op RTM lijn Leiden. | |
RTM | 85 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879/1880 | 1886 | 1906 | Ex TTC. In 1904 overgedragen aan de RETM. |
RTM | 86 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879/1880 | 1886 | Ex TTC. Ingezet op RTM lijn Leiden. | |
RTM | 87 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879/1880 | 1886 | Ex TTC. Ingezet op RTM lijn Leiden. | |
RTM | 88 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1879/1880 | 1886 | Ex TTC. Ingezet op RTM lijn Leiden. | |
RTM | 89 | opr | België | 25 | 4 | 1880 | 1886 | 1909 | Ex TTC. Ingezet op RTM lijn Leiden. |
RTM | 90 | opr | België | 25 | 4 | 1880 | 1886 | 1909 | Ex TTC. Ingezet op RTM lijn Leiden. |
RTM | 91 | gpr | Beijnes | 12 | 12 | 1887 | 1887 | 1906 | Voorzien van schuiframen. In 1904 overgedragen aan de RETM. |
RTM | 92 | gpr | Beijnes | 12 | 12 | 1887 | 1887 | 1919 | Voorzien van schuiframen. Ingezet op RTM lijn Dordrecht. |
RTM | 93 | gpr | Beijnes | 12 | 12 | 1887 | 1887 | 1906 | Voorzien van schuiframen. In 1904 overgedragen aan de RETM. |
RTM | 94 | gpr | Beijnes | 12 | 12 | 1887 | 1887 | 1906 | Voorzien van schuiframen. In 1904 overgedragen aan de RETM. |
RTM | 95 | gpr | Beijnes | 12 | 12 | 1887 | 1887 | 1906 | Voorzien van schuiframen. In 1904 overgedragen aan de RETM. |
RTM | 96 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1887 | 1887 | 1905 | Voorzien van schuiframen. In 1904 overgedragen aan de RETM en verbouwd tot bijwagen 302. |
RTM | 97 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1887 | 1887 | 1906 | Voorzien van schuiframen. In 1904 overgedragen aan de RETM en verbouwd tot bijwagen 318. |
RTM | 98 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1887 | 1887 | 1906 | Voorzien van schuiframen. In 1904 overgedragen aan de RETM en verbouwd tot bijwagen 329. |
RTM | 99 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1887 | 1887 | 1906 | Voorzien van schuiframen. In 1904 overgedragen aan de RETM en verbouwd tot bijwagen 331. |
RTM | 100 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1887 | 1887 | Voorzien van schuiframen. In 1889 vernummerd in 102. | |
RTM | 101 | opr | Rijswijk | 30 | 14 | 1887 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM. | |
RTM | 102 | Zie omnibustabel. | |||||||
RTM | 102 | gpr | Beijnes | 16 | 12 | 1887 | 1889 | 1906 | Voorzien van schuiframen, ex 100, in 1904 overgedragen aan de RETM en verbouwd tot bijwagen 349. |
RTM | 103 | Zie omnibustabel. | |||||||
RTM | 103 | gpr | Beijnes | 12 | 10 | 1892 | 1904 | Ex omnibus PHE, naar EPU-lijn Beverwijk-Wijk aan Zee. | |
RTM | 104 | Zie omnibustabel. | |||||||
RTM | 105 | Zie omnibustabel. | |||||||
RTM | 106 | Zie omnibustabel. | |||||||
RTM | 107 | Zie omnibustabel. | |||||||
RTM | 107 | gpr | Beijnes | 12 | 10 | 1892 | 1906 | Ex omnibus PHE. In 1904 overgedragen aan de RETM. | |
RTM | 108 | Zie omnibustabel. | |||||||
RTM | 108 | gpr | Beijnes | 12 | 10 | 1892 | 1911 | Ex omnibus PHE, naar RTM lijn Leiden. | |
RTM | 109 | Zie omnibustabel. | |||||||
RTM | 110 | Zie omnibustabel. | |||||||
RTM | 111 | Zie omnibustabel. | |||||||
RTM | 112 | Zie omnibustabel. | |||||||
RTM | 113 | Zie omnibustabel. | |||||||
RTM | 114 | Zie omnibustabel. | |||||||
RTM | 115 | gpr | 12 | 12 | 1890 | 1906 | Overgenomen van Omnibusdienst Rotterdam; in 1904 overgedragen aan de RETM. | ||
RTM | 116 | gpr | 12 | 12 | 1890 | 1905 | Overgenomen van Omnibusdienst Rotterdam; naar EPU-lijn Zandvoort (later naar Beverwijk). | ||
RTM | 117 | gpr | 12 | 10 | 1890 | 1904 | Overgenomen van Omnibusdienst Rotterdam; naar EPU-lijn Beverwijk-Wijk aan Zee. | ||
RTM | 118 | gpr | Plas | 12 | 12 | 1879 | 1891 | 1905 | Ex TD. Naar RTM lijn Dordrecht. |
RTM | 119 | gpr | Plas | 12 | 12 | 1879 | 1891 | 1906 | Ex TD. Naar RTM lijn Dordrecht. |
RTM | 120 | gpr | Plas | 12 | 12 | 1879 | 1891 | 1919 | Ex TD. Naar RTM lijn Dordrecht. |
RTM | 121 | gpr | Falcon/RTM | 16 | 14 | 1891 | 1891 | 1906 | Onderstel van RTM, voorzien van imperiaal. In 1904 overgedragen aan de RETM. |
RTM | 122 | gpr | Falcon/RTM | 16 | 14 | 1891 | 1891 | 1906 | Onderstel van RTM, voorzien van imperiaal. In 1904 overgedragen aan de RETM. |
RTM | 123 | opr | Falcon/RTM | 24 | 12 | 1891 | 1891 | 1904 | Onderstel RTM, naar EPU-lijn Beverwijk-Wijk aan Zee. |
RTM | 124 | opr | Falcon/RTM | 24 | 12 | 1891 | 1891 | 1904 | Onderstel RTM, naar EPU-lijn Beverwijk-Wijk aan Zee. |
RTM | 125 | opr | Falcon/RTM | 24 | 12 | 1891 | 1891 | 1904 | Onderstel RTM, naar EPU-lijn Beverwijk-Wijk aan Zee |
RTM | 126 | opr | Falcon/RTM | 24 | 12 | 1891 | 1891 | 1904 | Onderstel RTM, naar EPU-lijn Beverwijk-Wijk aan Zee. |
RTM | 127 | gpr | Falcon/RTM | 16 | 12 | 1891 | 1891 | 1906 | Onderstel RTM. In 1904 overgedragen aan de RETM en verbouwd tot bijwagen in de serie 301-350. |
RTM | 128 | gpr | Falcon/RTM | 16 | 12 | 1891 | 1891 | 1906 | Onderstel RTM. In 1904 overgedragen aan de RETM en verbouwd tot bijwagen in de serie 301-350. |
RTM | 129 | gpr | Falcon/RTM | 16 | 12 | 1891 | 1891 | 1906 | Onderstel RTM. In 1904 overgedragen aan de RETM en verbouwd tot bijwagen in de serie 301-350. |
RTM | 130 | gpr | Falcon/RTM | 16 | 12 | 1891 | 1891 | 1906 | Onderstel RTM. In 1904 overgedragen aan de RETM en verbouwd tot bijwagen in de serie 301-350. |
RTM | 131 | gpr | Beijnes | 12 | 12 | 1891 | 1911 | Ex omnibus. Ingezet op RTM lijn Leiden. | |
RTM | 132 | gpr | Beijnes | 12 | 12 | 1891 | 1906 | Ex omnibus. In 1904 overgedragen aan de RETM. | |
RTM | 133 | gpr | Beijnes | 12 | 12 | 1891 | 1911 | Ex omnibus. Ingezet op RTM lijn Leiden. | |
RTM | 134 | gpr | Beijnes | 12 | 12 | 1891 | 1919 | Ex omnibus. Ingezet op RTM lijn Dordrecht. | |
RTM | 135 | gpr | Beijnes | 12 | 12 | 1891 | 1911 | Ex omnibus. Ingezet op RTM lijn Leiden. | |
RTM | 136 | gpr | Beijnes | 12 | 12 | 1891 | 1906 | Ex omnibus. In 1904 overgedragen aan de RETM. | |
RTM | 137 | gpr | Beijnes | 12 | 12 | 1891 | 1911 | Ex omnibus. Ingezet op RTM lijn Leiden. | |
RTM | 138 | gpr | Beijnes | 12 | 12 | 1891 | 1918 | Ex omnibus. Ingezet op RTM lijn Hoorn-Enkhuizen. | |
RTM | 139 | opr | Wp-RTM | 25 | 16 | 1892 | 1892 | 1906 | Vanaf 1894 35 zit- en 6 staanplaatsen. In 1904 overgedragen aan de RETM. |
RTM | 140 | opr | Wp-RTM | 25 | 16 | 1892 | 1892 | 1906 | Vanaf 1894 35 zit- en 6 staanplaatsen. In 1904 overgedragen aan de RETM. |
RTM | 141 | opr | Wp-RTM | 25 | 16 | 1892 | 1892 | 1906 | Vanaf 1894 35 zit- en 6 staanplaatsen. In 1904 overgedragen aan de RETM. |
RTM | 142 | opr | Wp-RTM | 25 | 16 | 1892 | 1892 | 1906 | Vanaf 1894 35 zit- en 6 staanplaatsen. In 1904 overgedragen aan de RETM. |
RTM | 143 | opr | Beijnes | 30 | 14 | 1889 | 1892 | 1925 | Ex PHE, in 1904 overgedragen aan RETM en in 1908 verbouwd en ingezet op de lijn naar Overschie onder nummer 407. |
RTM | 144 | opr | Beijnes | 30 | 14 | 1889 | 1892 | 1925 | Ex PHE, in 1904 overgedragen aan RETM en in 1908 verbouwd en ingezet op de lijn naar Overschie onder nummer 408. |
RTM | 145 | gpr | Rijswijk | 16 | 14 | 1887 | 1892 | 1906 | Ex PHE, ingezet op RTM lijn Hoorn-Enkhuizen. |
RTM | 146 | gpr | Rijswijk | 16 | 14 | 1887 | 1892 | 1906 | Ex PHE, ingezet op RTM lijn Hoorn-Enkhuizen. |
RTM | 147 | gpr | Rijswijk | 16 | 14 | 1887 | 1892 | 1906 | Ex PHE, ingezet op RTM lijn Hoorn-Enkhuizen. |
RTM | 148 | gpr | Rijswijk | 16 | 14 | 1887 | 1892 | 1906 | Ex PHE, ingezet op RTM lijn Hoorn-Enkhuizen. |
RTM | 149 | gpr | Rijswijk | 16 | 14 | 1887 | 1892 | 1906 | Ex PHE, ingezet op RTM lijn Hoorn-Enkhuizen. |
RTM | 150 | gpr | Beijnes | 16 | 14 | 1881 | 1892 | 1906 | Ex PHE, ingezet op RTM lijn Hoorn-Enkhuizen. |
RTM | 151 | opr | 22 | 2 | 1894 | 1905 | Ex omnibus. naar EPU-lijn Zandvoort (later naar Beverwijk). | ||
RTM | 152 | Zie omnibustabel. | |||||||
RTM | 153 | Zie omnibustabel. | |||||||
RTM | 154 | Zie omnibustabel. | |||||||
RTM | 155 | Zie omnibustabel. | |||||||
RTM | 156 | opr | Wp-RTM | 24 | 10 | 1895 | 1895 | 1896 | In 1895 verhuurd en in 1896 verkocht aan TBV. |
RTM | 156 | gpr | 14 | 10 | 1896 | 1896 | 1899 | In 1899 verkocht aan OH. | |
RTM | 157 | opr | Wp-RTM | 24 | 10 | 1895 | 1895 | 1896 | In 1895 verhuurd en in 1896 verkocht aan TBV. |
RTM | 157 | gpr | 14 | 10 | 1896 | 1896 | 1899 | In 1899 verkocht aan OH. | |
RTM | 158 | gpr | 16 | 12 | 1895 | 1895 | 1903 | Tot 1899 op de lijn ‘s-Hertogenbosch-Vught. In 1903 afgevoerd na brand in remise Schiekade. | |
RTM | 159 | gpr | 16 | 12 | 1895 | 1895 | 1906 | Tot 1899 op de lijn ‘s-Hertogenbosch-Vught. In 1904 overgedragen aan de RETM en verbouwd tot bijwagen 321. | |
RTM | 160 | gpr | 16 | 12 | 1895 | 1895 | 1906 | Tot 1899 op de lijn ‘s-Hertogenbosch-Vught. In 1904 overgedragen aan de RETM en verbouwd tot bijwagen 323. | |
RTM | 161 | opr | 28 | 6 | 1895 | 1895 | 1919 | Tot 1899 op de lijn ‘s-Hertogenbosch-Vught. Daarna ingezet op RTM lijn Dordrecht. | |
RTM | 162 | opr | 28 | 6 | 1895 | 1895 | 1908 | Tot 1899 op de lijn ‘s-Hertogenbosch-Vught. Daarna ingezet op RTM lijn Dordrecht. | |
RTM | 163 | Zie omnibustabel. | |||||||
RTM | 164 | Zie omnibustabel. | |||||||
RTM | 165 | Zie omnibustabel. | |||||||
RTM | 166 | Zie omnibustabel. | |||||||
RTM | 167 | gpr | 12 | 12 | 1896 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM. | ||
RTM | 168 | gpr | 12 | 12 | 1896 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM. | ||
RTM | 169 | gpr | 12 | 12 | 1896 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM. | ||
RTM | 170 | gpr | 12 | 12 | 1896 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM. | ||
RTM | 171 | gpr | 12 | 12 | 1896 | 1910 | In 1898 naar Eilandennet. | ||
RTM | 171 | gpr | Herbrand | 12 | 12 | 1903 | 1907 | Afkomstig uit Keulen. In 1904 overgedragen aan de RETM. | |
RTM | 172 | gpr | 12 | 12 | 1896 | 1910 | In 1898 naar Eilandennet. | ||
RTM | 172 | gpr | Herbrand | 12 | 12 | 1903 | 1907 | Afkomstig uit Keulen. In 1904 overgedragen aan de RETM. | |
RTM | 173 | gpr | 12 | 12 | 1896 | 1910 | In 1898 naar Eilandennet. | ||
RTM | 173 | gpr | Herbrand | 12 | 12 | 1903 | 1907 | Afkomstig uit Keulen. In 1904 overgedragen aan de RETM. | |
RTM | 174 | opr | Métallurgique | 28 | 6 | 1897 | 1897 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot open bijwagen 201. |
RTM | 175 | opr | Métallurgique | 28 | 6 | 1897 | 1897 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot open bijwagen 202. |
RTM | 176 | opr | Métallurgique | 28 | 6 | 1897 | 1897 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot open bijwagen 203. |
RTM | 177 | opr | Métallurgique | 28 | 6 | 1897 | 1897 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot open bijwagen 204. |
RTM | 178 | opr | Métallurgique | 28 | 6 | 1897 | 1897 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot open bijwagen 205. |
RTM | 179 | opr | Métallurgique | 28 | 6 | 1897 | 1897 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot open bijwagen 208. |
RTM | 180 | gpr | 14 | 12 | 1902 | 1907 | Afkomstig uit Berlijn. In 1904 overgedragen aan de RETM. | ||
RTM | 181 | gpr | 14 | 12 | 1902 | 1907 | Afkomstig uit Berlijn. In 1904 overgedragen aan de RETM. | ||
RTM | 182 | gpr | 14 | 12 | 1902 | 1907 | Afkomstig uit Berlijn. In 1904 overgedragen aan de RETM. | ||
RTM | 183 | gpr | 14 | 12 | 1902 | 1907 | Afkomstig uit Berlijn. In 1904 overgedragen aan de RETM. | ||
RTM | 184 | gpr | 14 | 12 | 1902 | 1907 | Afkomstig uit Berlijn. In 1904 overgedragen aan de RETM. | ||
RTM | 185 | gpr | 14 | 12 | 1902 | 1907 | Afkomstig uit Berlijn. In 1904 overgedragen aan de RETM. | ||
RTM | 186 | gpr | 14 | 12 | 1902 | 1907 | Afkomstig uit Berlijn. In 1904 overgedragen aan de RETM. | ||
RTM | 187 | gpr | 14 | 12 | 1902 | 1907 | Afkomstig uit Berlijn. In 1904 overgedragen aan de RETM. | ||
RTM | 188 | opr | Allan | 28 | 6 | 1902 | 1902 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot open bijwagen 206. Thans bij Stichting RoMeO. |
RTM | 189 | opr | Allan | 28 | 6 | 1902 | 1902 | 1906 | In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot open bijwagen 207. |
RTM | 190 | gpr | Herbrand | 14 | 12 | 1902 | 1907 | Afkomstig uit Keulen. In 1904 overgedragen aan de RETM. Zie ook voetnoot. | |
RTM | 191 | gpr | Herbrand | 14 | 12 | 1902 | 1907 | Afkomstig uit Keulen. In 1904 overgedragen aan de RETM. Zie ook voetnoot. | |
RTM | 192 | gpr | Herbrand | 14 | 12 | 1902 | 1907 | Afkomstig uit Keulen. In 1904 overgedragen aan de RETM. Zie ook voetnoot. | |
RTM | 193 | gpr | Herbrand | 14 | 12 | 1902 | 1907 | Afkomstig uit Keulen. In 1904 overgedragen aan de RETM. Zie ook voetnoot. | |
RTM | 194 | gpr | Herbrand | 14 | 12 | 1902 | 1907 | Afkomstig uit Keulen. In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot zoutwagen 406. | |
RTM | 195 | gpr | Herbrand | 14 | 12 | 1902 | 1907 | Afkomstig uit Keulen. In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot zoutwagen 405. | |
RTM | 196 | gpr | Herbrand | 14 | 12 | 1902 | 1907 | Afkomstig uit Keulen. In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot zoutwagen 407. | |
RTM | 197 | gpr | Herbrand | 14 | 12 | 1902 | 1907 | Afkomstig uit Keulen. In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot zoutwagen 401. | |
RTM | 198 | opr | Herbrand | 28 | 4 | 1903 | 1907 | Afkomstig uit Keulen. In 1904 overgedragen aan de RETM. | |
RTM | 199 | opr | Herbrand | 28 | 4 | 1903 | 1907 | Afkomstig uit Keulen. In 1904 overgedragen aan de RETM. | |
RTM | 200 | opr | Herbrand | 28 | 4 | 1903 | 1907 | Afkomstig uit Keulen. In 1904 overgedragen aan de RETM. | |
RTM | 201 | opr | Herbrand | 28 | 4 | 1903 | 1907 | Afkomstig uit Keulen. In 1904 overgedragen aan de RETM. | |
RTM | 202 | opr | Herbrand | 28 | 4 | 1903 | 1907 | Afkomstig uit Keulen. In 1904 overgedragen aan de RETM. | |
RTM | 203 | opr | Herbrand | 28 | 4 | 1903 | 1907 | Afkomstig uit Keulen. In 1904 overgedragen aan de RETM. | |
RTM | 204 | gpr | 16 | 12 | 1904 | 1907 | Afkomstig uit Antwerpen. In 1904 overgedragen aan de RETM. | ||
RTM | 205 | gpr | 16 | 12 | 1904 | 1907 | Afkomstig uit Antwerpen. In 1904 overgedragen aan de RETM. | ||
RTM | 206 | gpr | 16 | 12 | 1904 | 1907 | Afkomstig uit Antwerpen. In 1904 overgedragen aan de RETM. | ||
RTM | 207 | gpr | 16 | 12 | 1904 | 1907 | Afkomstig uit Antwerpen. In 1904 overgedragen aan de RETM. | ||
RTM | 208 | gpr | 16 | 12 | 1904 | 1907 | Afkomstig uit Antwerpen. In 1904 overgedragen aan de RETM. | ||
RTM | 209 | gpr | 16 | 12 | 1904 | 1907 | Afkomstig uit Antwerpen. In 1904 overgedragen aan de RETM. | ||
RTM | 210 | gpr | 16 | 12 | 1904 | 1907 | Afkomstig uit Antwerpen. In 1904 overgedragen aan de RETM. | ||
Van de gesloten paardentramrijtuigen 190-193 zijn er door de RETM drie verbouwd tot de zoutwagens 402-404 en is er één gesloopt. Tussen 1906 en 1918 hebben tien uit Amsterdam afkomstige paardentrams voor de RTM op de lijn Hoorn-Enkhuizen gereden; 1-5 ex GTA 134, 135, 139, 140, 142 (Beijnes 1883), 6 en 7 ex GTA 183, 184 (Starbuck 1875), 8 ex GTA 186 (Beijnes 1876) en 9 en 10 ex GTA 188, 189 (Beijnes 1876) | |||||||||
Verklaring gebruikte afkortingen; EPU = Buffet-Maatschappij ‘E Pluribus Unum’, OH = Tramweg-Maatschappij Sint-Oedenrode – ‘s Hertogenbosch, PHE = Paardentram Hoorn-Enkhuizen, SMAS = Stoomtram-Maatschappij Amsterdam-Sloterdijk, TBV = Tram- en Bargedienst-Vereeniging (Jutphaas), TMDG = Tramweg-Maatschappij ‘De Graafschap’, TTC = The Tramways Trust Company Limited (Leiden). |
GOEDERENWAGENS | |||||
Bedrijf | Nr. | Soort | Fabriek | In dienst | Bijzonderheden |
RTM | 1 | ggw | Falcon | 1881 | gesloten goederenwagen 5 ton |
RTM | 2 | ggw | Falcon | 1881 | gesloten goederenwagen 5 ton |
RTM | 3 | ggw | Falcon | 1881 | gesloten goederenwagen 5 ton |
RTM | 4 | ggw | PHE | 1892 | gesloten goederenwagen 5 ton |
Van de gesloten goederenwagens 1-3 werden er door de RETM twee verbouwd tot de zoutwagens 408 en 409, een derde werd afgevoerd. |
STOOMTRAMRIJTUIGEN | ||||||||||
Bedrijf | Nummer | Soort | Leverancier 1 | Leverancier 2 | Zitpl. | Staanpl. | Bouwjaar | In dienst | Afvoer | Bijzonderheden |
RTM | 8 | gsr | Beijnes | 18 | 12 | 1882 | 1888 | 1906 | Ex SMAS. In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot bijwagen 314. | |
RTM | 15 | gsr | Beijnes | 38 | 14 | 1882 | 1888 | 1949 | Ex SMAS. Vierasser, in 1906 naar RTM eilandennet; in 1910 tweeasser en vernummerd in AB 302 en in 1916 in AB 389. | |
RTM | 26 | gsr | Beijnes | Werkspoor | 16 | 12 | 1880 | 1881 | 1906 | 1899 voorzien van een nieuwe wagenbak, gesloten balkons en een klasse aanduiding met 16 en 14 plaatsen. Nummer aanduiding gewijzigd in B26. In 1904 overgedragen aan de RETM. |
RTM | 27 | gsr | Beijnes | Werkspoor | 16 | 12 | 1880 | 1881 | 1906 | 1899 voorzien van een nieuwe wagenbak, gesloten balkons en een klasse aanduiding met 16 en 14 plaatsen. Nummer aanduiding gewijzigd in B27. In 1904 overgedragen aan de RETM. |
RTM | 28 | gsr | Beijnes | Werkspoor | 16 | 12 | 1880 | 1881 | 1906 | 1899 voorzien van een nieuwe wagenbak, gesloten balkons en een klasse aanduiding met 16 en 14 plaatsen. Nummer aanduiding gewijzigd in B28. In 1904 overgedragen aan de RETM. |
RTM | 29 | gsr | Beijnes | Werkspoor | 16 | 12 | 1880 | 1881 | 1906 | 1899 voorzien van een nieuwe wagenbak, gesloten balkons en een klasse aanduiding met 16 en 14 plaatsen. Nummer aanduiding gewijzigd in B29. In 1904 overgedragen aan de RETM. |
RTM | 30 | gsr | Beijnes | Werkspoor | 16 | 12 | 1880 | 1881 | 1906 | 1900 voorzien van een nieuwe wagenbak, gesloten balkons en een klasse aanduiding met 16 en 14 plaatsen. Nummer aanduiding gewijzigd in B30. In 1904 overgedragen aan de RETM. |
RTM | 31 | gsr | Beijnes | Werkspoor | 16 | 12 | 1880 | 1881 | 1906 | 1900 voorzien van een nieuwe wagenbak, gesloten balkons en een klasse aanduiding met 16 en 14 plaatsen. Nummer aanduiding gewijzigd in B31. In 1904 overgedragen aan de RETM. |
RTM | 57 | osr | Herbrand | 40 | 14 | 1880 | 1881 | 1907 | Ex paardentram 57. In 1904 overgedragen aan de RETM en in 1907 verkocht aan TMDG. | |
RTM | 58 | osr | Herbrand | 40 | 14 | 1880 | 1881 | 1907 | Ex paardentram 58. In 1904 overgedragen aan de RETM en in 1907 verkocht aan TMDG. | |
RTM | 59 | osr | Herbrand | 40 | 14 | 1880 | 1881 | 1907 | Ex paardentram 59. In 1904 overgedragen aan de RETM en in 1907 verkocht aan TMDG. | |
RTM | 60 | gsr | Ragheno | 16 | 14 | 1880 | 1881 | 1906 | Ex paardentram 60. In 1904 overgedragen aan de RETM en daarna verbouwd tot bijwagen 315. | |
RTM | 76 | gsr | Beijnes | Werkspoor | 28 | 12 | 1882 | 1882 | 1912 | 1899 naar het RTM Eilandennet, voorzien van een nieuwe wagenbak, gesloten balkons en voorzien van een klasse aanduiding. Nummer aanduiding gewijzigd in AB76. Van 1904 tot 1906 dienst gedaan bij de RETM. |
RTM | 77 | gsr | Beijnes | Werkspoor | 28 | 12 | 1882 | 1882 | 1912 | 1899 naar het RTM Eilandennet, voorzien van een nieuwe wagenbak, gesloten balkons en voorzien van een klasse aanduiding. Nummer aanduiding gewijzigd in AB77. Van 1904 tot 1906 dienst gedaan bij de RETM. |
RTM | 78 | gsr | Beijnes | Werkspoor | 28 | 12 | 1882 | 1882 | 1912 | 1899 naar het RTM Eilandennet, voorzien van een nieuwe wagenbak, gesloten balkons en voorzien van een klasse aanduiding. Nummer aanduiding gewijzigd in AB78. Van 1904 tot 1906 dienst gedaan bij de RETM. |
RTM | 79 | gsr | Beijnes | Werkspoor | 28 | 12 | 1882 | 1882 | 1912 | 1899 naar het RTM Eilandennet, voorzien van een nieuwe wagenbak, gesloten balkons en voorzien van een klasse aanduiding. Nummer aanduiding gewijzigd in AB79. Van 1904 tot 1906 dienst gedaan bij de RETM. |
RTM | 80 | gsr | Falcon | 38 | 16 | 1882 | 1882 | 1910 | voorzien van middenbalkon, Van 1904 tot 1906 dienst gedaan bij de RETM. In 1906 naar het RTM eilandennet. | |
RTM | 81 | gsr | Boon | RTM | 38 | 16 | 1883 | 1883 | 1909 | In 1900 voorzien van een nieuwe wagenbak, gesloten balkons en voorzien van een klasse aanduiding. Nummer aanduiding gewijzigd in AB 81. Van 1904 tot 1906 dienst gedaan bij de RETM. In 1906 naar het RTM Eilandennet. |
RTM | 82 | gsr | Boon | RTM | 38 | 16 | 1883 | 1883 | 1911 | In 1899 voorzien van een nieuwe wagenbak, gesloten balkons en voorzien van een klasse aanduiding. Nummer aanduiding gewijzigd in AB 81. Van 1904 tot 1906 dienst gedaan bij de RETM. In 1906 naar het RTM Eilandennet. In 1910 vernummerd in AB 301, in 1911 verbrand. |
RTM | 83 | gsr | Boon | RTM | 38 | 16 | 1883 | 1883 | 1949 | in 1898 naar het eilandennet, voorzien van een nieuwe wagenbak, gesloten balkons en voorzien van een klasse aanduiding. Nummer aanduiding gewijzigd in AB 83. In 1910 vernummerd in AB 300 en in 1916 in AB 388. |
Verklaring gebruikte afkortingen: SMAS = Stoomtram-Maatschappij Amsterdam-Sloterdijk, TMDG = Tramweg-Maatschappij ‘De Graafschap’ |
Stoom
Het vooruitstrevende bedrijf had inmiddels verder om zich heen gekeken en het oog laten vallen op de stoomaandrijving. Geen dure levende have welke elke continu verzorging behoefde maar een inmiddels geaccepteerde techniek.
Op 9 april 1881, nog geen twee jaar na de introductie van de paardentram werd de stoomtramlijn Nieuwe Binnenweg-Rotterdamschedijk (Lange Dijkstraat) in Delfshaven in dienst gesteld om op 12 januari 1882 te worden verlengd naar de Van Oldenbarneveltstraat bij de Coolsingel en 4 maanden later op 5 mei via de Aelbrechtsbrug, Schielandsch Hooge Zeedijk en de Rotterdamschedijk naar de Koemarkt in Schiedam. De eerste echte interlokale verbinding.
De vele ongevallen ten spijt werd de lijn op 12 oktober 1903 ingekort tot het traject Duysstraat-Schiedam op daarna op 17 december 1906 geheel door de elektrische tramlijn 8 te worden vervangen.
Omnibus
Hier geen vooruitziende blik maar gedwongen door concurrentie nam de R.T.M. in 1889 de Omnibusdienst Rotterdam over en startte op 5 maart van dat jaar met de lijn Oostplein-Van Hogendorpsplein. Op 12 oktober 1891 werd deze lijn weer gesloten maar werden de bussen incidenteel nog wel gebruikt bij verstoringen in het tramnet. Dit kortstondige busbedrijf was mogelijk gemaakt door een statutenwijziging waardoor het mogelijk werd om ook niet railgebonden vervoer te verzorgen.
Ook op 2 augustus 1890 trad de R.T.M. in het busvervoer toen de stoomtramlijn van de IJsel Stoomtram Maatschappij Overschie-Slagveld noodgedwongen werd opgeheven en verzorgde tot de indienststelling van een paardentramlijn op dat traject tot 14 december van dat jaar het vervoer.
Materieeloverzicht omnibussen RTM (met medewerking van Peter Bakker)
OMNIBUSSEN | ||||||||
nummer | bedrijf | voertuig | leverancier | vorige eigenaar | aantal zitpl. | in dienst | afvoer | bijzonderheden |
102 | RTM | omb | 10 | 1888 | 1889 | |||
103 | RTM | omb | 10 | 1888 | 1891 | |||
104 | RTM | omb | 28 | 1889 | 1906 | Imperiaalbus. In 1904 overgedragen aan RETM. | ||
105 | RTM | omb | 28 | 1889 | 1906 | Imperiaalbus, in 1904 overgedragen aan RETM. | ||
106 | RTM | omb | 28 | 1889 | 1909 | Imperiaalbus. Naar Eilandennet RTM. | ||
107 | RTM | omb | 28 | 1889 | 1891 | Imperiaalbus. | ||
108 | RTM | omb | 28 | 1889 | 1891 | Imperiaalbus. | ||
109 | RTM | omb | Hermans | Omnibus-dienst Rotterdam | 20 | 1889 | 1924 | In 1904 overgedragen aan RETM, ingezet op de lijn naar Overschie. |
110 | RTM | omb | Hermans | Omnibus-dienst Rotterdam | 20 | 1889 | 1906 | In 1904 overgedragen aan RETM. |
111 | RTM | omb | Hermans | Omnibus-dienst Rotterdam | 20 | 1889 | 1924 | In 1904 overgedragen aan RETM, ingezet op de lijn naar Overschie. Thans bij Stichting RoMeO. |
112 | RTM | omb | Hermans | Omnibus-dienst Rotterdam | 20 | 1889 | 1906 | In 1904 overgedragen aan RETM. |
113 | RTM | omb | Hermans | Omnibus-dienst Rotterdam | 20 | 1889 | 1906 | In 1904 overgedragen aan RETM. |
114 | RTM | omb | Hermans | Omnibus-dienst Rotterdam | 28 | 1889 | 1916 | Naar Eilandennet RTM. |
152 | RTM | omb | 26 | 1894 | 1906 | In 1904 overgedragen aan RETM. | ||
153 | RTM | omb | 26 | 1894 | 1906 | In 1904 overgedragen aan RETM. | ||
154 | RTM | omb | 13 | 1894 | 1916 | Eenspannig, naar Eilandennet RTM. | ||
155 | RTM | omb | 13 | 1894 | 1916 | Eenspannig, naar Eilandennet RTM. | ||
163 | RTM | omb | 20 | 1895 | 1906 | Imperiaalbus. Verkregen uit faillissement; van 1898 tot 1904 op Blaakse Dijk-Strijen. In 1904 overgedragen aan RETM. | ||
164 | RTM | omb | 20 | 1895 | 1906 | Imperiaalbus. Verkregen uit faillissement; van 1898 tot 1904 op Blaakse Dijk-Strijen. In 1904 overgedragen aan RETM. | ||
165 | RTM | omb | 20 | 1895 | 1906 | Imperiaalbus. Verkregen uit faillissement; van 1898 tot 1904 op Blaakse Dijk-Strijen. In 1904 overgedragen aan RETM. | ||
166 | RTM | omb | 20 | 1895 | 1906 | Imperiaalbus. Verkregen uit faillissement; van 1898 tot 1904 op Blaakse Dijk-Strijen. In 1904 overgedragen aan RETM. |
Grote veranderingen
Kwaliteit stond bij de RTM hoog in het vaandel.
Op zoveel mogelijk punten werden wachtkamers ingericht zoals bij het Centraal Station en op het Beursplein en elders in de stad werden overeenkomsten gesloten om gebouwtjes tevens als wachtruimte dienst te laten doen. Wanneer er sprake was van een verhoogd reizigersaanbod werden meer rijtuigen ingezet wat op den duur leidde tot vergroting van het aantal passeersporen en dubbelspoor.
Niettemin schreed de tijd voort en had elders de elektrische tram haar intrede gedaan. De paardentram was op zijn retour.
Besloten werd om de concessievoorwaarden van de R.T.M. te wijzigen en op 19 december 1903 nam de Gemeenteraad van Rotterdam de wijziging aan en werd besloten tot invoering van de elektrische tractie. Met de aanvaarding door de Algemene vergadering van aandeelhouders van de R.T.M. op 11 februari 1904 werden de nieuwe concessievoorwaarden aanvaard en richtte op 7 april 1904 een dochtermaatschappij op, de Rotterdamsche Electrische Tramweg Maatschappij, R.E.T.M. aan welke onderneming alle rechten en plichten, inclusief de lijnen op Overschie en Schiedam, werden overgedragen.
De afsplitsing van dochteronderneming R.E.T.M. werd een feit en een periode van 26 jaar kon worden afgesloten waarin de R.T.M. het stadsvervoer had verzorgd.
Tarieven en vervoerbewijzen
Met de start van de eerste paardentramlijn van de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij op 1 juni 1879 tussen de Beurs en de Crooswijkschekade bedroeg het tarief 10 cent. Een voor die tijd overigens behoorlijk tarief dat, bij geregeld vervoer, alleen voor de gegoede burgerij betaalbaar was.
Met de komst van de stoomtram naar Schiedam kreeg de passagier ook de keuze om zich 1e of 2e klas te laten vervoeren, wat vanzelfsprekend in de prijs tot uitdrukking kwam. Het ingevoerde sectietarief gaf de reiziger de keuze voor een rit Schiedam-Rotterdam voor 30 cent in de eerste of 20 cent in de tweede klasse.
- Lees meer over de plaatsbewijzen voor de RTM-paardentramlijnen van het stadsnet
- Klik hier voor de plaatsbewijzen van de RTM-stoomtram naar Schiedam
Materieeloverzicht stoomlocomotieven RTM (met medewerking van Peter Bakker)
OVERZICHT STOOMLOCOMOTIEVEN RTM | ||||||||
nummer | bouwjaar | in dienst | uit dienst | afvoer | fabriek | fabr.nr | trekkracht | bijzonderheden |
1 | 1881 | 1881 | 1906 | 1906 | SLM Wtt | 203 | 1460 kg | In dienst bij Stoomtramweg Rotterdam-Schiedam; spoorwijdte 1435 mm; in 1904 overgedragen aan RETM. |
1 | 1905 | 1905 | 1958 | 1958 | Werkspoor | 137 | 3200 kg | |
2 | 1881 | 1881 | 1906 | 1906 | SLM Wtt | 204 | 1460 kg | In dienst bij Stoomtramweg Rotterdam-Schiedam; spoorwijdte 1435 mm; in 1904 overgedragen aan RETM. |
2 | 1905 | 1905 | 1955 | 1955 | Werkspoor | 138 | 3200 kg | |
3 | 1881 | 1881 | 1906 | 1906 | SLM Wtt | 205 | 1460 kg | In dienst bij Stoomtramweg Rotterdam-Schiedam; spoorwijdte 1435 mm; in 1904 overgedragen aan RETM. |
3 | 1905 | 1905 | 1949 | 1950 | Werkspoor | 139 | 3200 kg | |
4 | 1881 | 1882 | 1906 | 1906 | SLM Wtt | 249 | 1460 kg | In dienst bij Stoomtramweg Rotterdam-Schiedam; spoorwijdte 1435 mm; in 1904 overgedragen aan RETM. |
4 | 1905 | 1905 | 1947 | 1947 | Werkspoor | 140 | 3200 kg | |
5 | 1881 | 1882 | 1906 | 1906 | SLM Wtt | 250 | 1460 kg | In dienst bij Stoomtramweg Rotterdam-Schiedam; spoorwijdte 1435 mm; in 1904 overgedragen aan RETM. |
5 | 1905 | 1905 | 1947 | 1947 | Werkspoor | 141 | 3200 kg | |
6 | 1881 | 1882 | 1906 | 1906 | SLM Wtt | 251 | 1460 kg | In dienst bij Stoomtramweg Rotterdam-Schiedam; spoorwijdte 1435 mm; in 1904 overgedragen aan RETM. |
6 | 1905 | 1905 | 1950 | 1950 | Werkspoor | 142 | 3200 kg | |
7 | 1881 | 1882 | 1906 | 1906 | SLM Wtt | 252 | 1460 kg | In dienst bij Stoomtramweg Rotterdam-Schiedam; spoorwijdte 1435 mm; in 1904 overgedragen aan RETM. In 1907 verkocht aan Van der Hoeven en Houwelingen te Sliedrecht/Hardinxveld; afvoer in 1915. |
7 | 1908 | 1908 | 1955 | 1957 | Werkspoor | 201 | 3200 kg | |
8 | 1881 | 1882 | 1905 | 1905 | Krauss | 909 | 1160 kg | In dienst bij Stoomtramweg Rotterdam-Schiedam; spoorwijdte 1435 mm; in 1904 overgedragen aan RETM. |
8 | 1908 | 1908 | 1958 | 1958 | Werkspoor | 202 | 3200 kg | |
9 | 1883 | 1885 | 1906 | 1906 | SLM Wtt | 337 | 1460 kg | In dienst bij Stoomtramweg Rotterdam-Schiedam; spoorwijdte 1435 mm; in 1904 overgedragen aan RETM. In 1885 overgenomen van de aannemers Bekker, Van Seters & Co te Amsterdam. |
9 | 1908 | 1908 | 1956 | 1958 | Werkspoor | 203 | 3200 kg | |
10 | 1884 | 1897 | — | — | Hohenzollern | 237 | 1120 kg | Ex IJSM 16; wordt 45 (1908). |
10 | 1908 | 1908 | 1948 | 1950 | Werkspoor | 204 | 3200 kg | |
11 | 1884 | 1897 | — | — | Hohenzollern | 238 | 1120 kg | Ex IJSM 17; wordt 46 (1908). |
11 | 1908 | 1908 | 1950 | 1951 | Werkspoor | 205 | 3200 kg | |
12 | 1897 | 1897 | — | — | Breda | 138 | 1740 kg | Wordt 41 (1908). |
12 | 1908 | 1908 | 1949 | 1949 | Werkspoor | 206 | 3200 kg | |
13 | 1897 | 1897 | — | — | Breda | 139 | 1740 kg | Wordt 42 (1908). |
13 | 1908 | 1908 | 1947 | 1947 | Werkspoor | 207 | 3200 kg | |
14 | 1897 | 1897 | — | — | Breda | 140 | 1740 kg | Wordt 43 (1908). |
14 | 1908 | 1908 | 1950 | 1950 | Werkspoor | 208 | 3200 kg | |
15 | 1897 | 1897 | — | — | Breda | 141 | 1740 kg | Wordt 44 (1908). |
15 | 1923 | 1947 | 1949 | 1950 | Hohenzollern | 4354 | 2080 kg | |
16 | 1899 | 1899 | 1948 | 1949 | Breda | 162 | 2600 kg | Ex EDS 15. |
17 | 1899 | 1900 | 1952 | 1953 | Breda | 163 | 2600 kg | |
18 | 1899 | 1900 | 1947 | 1947 | Breda | 174 | 2600 kg | |
19 | 1899 | 1900 | 1948 | 1949 | Breda | 175 | 2600 kg | |
20 | 1899 | 1900 | 1948 | 1949 | Breda | 176 | 2600 kg | |
21 | 1899 | 1900 | 1953 | 1954 | Breda | 177 | 2600 kg | |
22 | 1899 | 1900 | 1947 | 1947 | Breda | 178 | 2600 kg | |
23 | 1893 | 1901 | 1905 | 1908 | Hagans | 269 | 2920 kg | Afkomstig van de A.G. für Feld- und Kleinbahnbedarf te Berlijn; vooral gebruikt bij aanleg stoomtramwegen. |
24 | 1893 | 1901 | 1905 | 1908 | Hagans | 267 | 2920 kg | Afkomstig van de A.G. für Feld- und Kleinbahnbedarf te Berlijn; vooral gebruikt bij aanleg stoomtramwegen. |
25 | 1901 | 1901 | 1947 | 1947 | Breda | 188 | 2600 kg | |
26 | 1901 | 1901 | 1947 | 1947 | Breda | 189 | 2600 kg | |
27 | 1902 | 1903 | 1950 | 1950 | Breda | 194 | 2600 kg | |
28 | 1902 | 1903 | 1948 | 1949 | Breda | 195 | 2600 kg | |
29 | 1902 | 1903 | 1953 | 1953 | Breda | 196 | 2600 kg | |
30 | 1902 | 1903 | 1950 | 1950 | Breda | 197 | 2600 kg | |
31 | 1902 | 1903 | 1947 | 1947 | Breda | 198 | 2600 kg | |
32 | 1902 | 1903 | 1947 | 1947 | Breda | 199 | 2600 kg | |
33 | 1904 | 1904 | 1952 | 1952 | Breda | 228 | 2600 kg | |
34 | 1904 | 1904 | 1951 | 1953 | Breda | 229 | 2600 kg | |
35 | 1906 | 1906 | 1946 | 1946 | Werkspoor | 166 | 2520 kg | |
36 | 1906 | 1906 | 1950 | 1950 | Werkspoor | 167 | 2520 kg | |
37 | 1906 | 1906 | 1955 | 1956 | Werkspoor | 168 | 2520 kg | |
38 | 1906 | 1906 | 1950 | 1950 | Werkspoor | 169 | 2520 kg | |
39 | 1906 | 1906 | 1948 | 1950 | Werkspoor | 170 | 2520 kg | |
40 | 1906 | 1906 | 1950 | 1950 | Werkspoor | 171 | 2520 kg | |
41 | 1897 | 1908 | 1916 | 1916 | Breda | 138 | 1740 kg | Ex 12; wordt OG 5 (afv 1924). |
42 | 1897 | 1908 | 1916 | 1916 | Breda | 139 | 1740 kg | Ex 13; wordt OG 6 (afv 1924). |
43 | 1897 | 1908 | 1916 | 1916 | Breda | 140 | 1740 kg | Ex 14; wordt OG 7 (afv 1924). |
44 | 1897 | 1908 | 1916 | 1916 | Breda | 141 | 1740 kg | Ex 15; wordt OG 8 (afv 1924). |
44 | 1914 | 1947 | 1950 | 1952 | Henschel | 12887 | 3110 kg | Ex DSM 101. |
45 | 1884 | 1908 | 1925 | 1946 | Hohenzollern | 237 | 1120 kg | Ex 10. |
45 | 1914 | 1947 | 1951 | 1955 | Henschel | 12889 | 3110 kg | Ex DSM 103. |
46 | 1884 | 1908 | 1927 | 1946 | Hohenzollern | 238 | 1120 kg | Ex 11. |
47 | 1913 | 1913 | 1956 | 1957 | Henschel | 11719 | 3200 kg | |
48 | 1913 | 1913 | 1959 | 1959 | Henschel | 11720 | 3200 kg | |
49 | 1913 | 1913 | 1953 | 1955 | Henschel | 11721 | 3200 kg | |
50 | 1913 | 1913 | 1958 | 1963 | Henschel | 11722 | 3200 kg | In 1965 verkocht aan Tramwegstichting, later Stichting RTM; aldaar in 1984 weer rijvaardig. |
51 | 1915 | 1916 | 1950 | 1955 | Orenstein&K | 8062 | 4810 kg | |
52 | 1915 | 1916 | 1951 | 1955 | Orenstein&K | 8063 | 4810 kg | |
53 | 1915 | 1916 | 1948 | 1950 | Orenstein&K | 8064 | 4810 kg | |
54 | 1915 | 1916 | 1963 | 1965 | Orenstein&K | 8065 | 4810 kg | In 1965 verkocht aan Tramwegstichting, later Stichting RTM; aldaar in 1977 weer rijvaardig. |
55 | 1915 | 1916 | 1951 | 1955 | Orenstein&K | 8066 | 4810 kg | |
56 | 1920 | 1920 | 1963 | 1965 | Orenstein&K | 9193 | 4810 kg | In 1965 verkocht aan Tramwegstichting, later Stichting RTM; aldaar in 1974 weer rijvaardig. |
57 | 1920 | 1921 | 1963 | 1963 | Orenstein&K | 9194 | 4810 kg | In 1963 overgedragen aan Spoorwegmuseum; in 2003 naar Stichting RTM, aldaar statisch object. |
58 | 1920 | 1921 | 1956 | 1957 | Orenstein&K | 9195 | 4810 kg | |
De Werkspoorlocs 1-14 en de locs 47-58 waren drieassers, de overige locs waren tweeassers. | ||||||||
De locs 16-40 en de locs 41-46 (ex 10-15) hadden een vierkante behuizing rondom. | ||||||||
De locs 44 en 45 (ex DSM) en de locs 51-58 waren uitgerust met een oververhitter. | ||||||||
De locs 10 en 11 zijn al in 1890 door de RTM van de IJSM overgenomen en werden vanaf 1897, evenals de locs 12-15, gebruikt bij de aanleg van de stoomtramwegen. | ||||||||
In 1946 werd ook DSM-loc 104 door de RTM overgenomen, maar deze werd nimmer in dienst gesteld. | ||||||||
Verklaringen: | ||||||||
DSM = Dedemsvaartsche Stoomtramweg-Maatschappij | ||||||||
EDS = Eerste Drentsche Stoomtramweg-Maatschappij | ||||||||
OG = Stoomtramweg-Maatschappij ‘Oostelijk Groningen’ | ||||||||
IJSM = IJssel Stoomtramweg-Maatschappij |
Materieeloverzicht motorwagens RTM (met medewerking van Peter Bakker)
MOTORWAGENS RTM
nummer | bouwjaar | in dienst | uit dienst | afvoer | fabriek | lengte | vermogen | bijzonderheden |
315 | 1924 | 1925 | 1946 | — | Hawa | 15480 | 200 pk | Benzinemechanisch motorrijtuig; zitplaatsen 17A (1e klasse)+23B (2e klasse); wordt 1804 (1953). |
316 | 1924 | 1925 | 1946 | — | Hawa | 15480 | 200 pk | Benzinemechanisch motorrijtuig; zitplaatsen 17A (1e klasse)+23B (2e klasse); wordt 62 (1946). |
317 | 1924 | 1925 | 1946 | — | Hawa | 15480 | 200 pk | Benzinemechanisch motorrijtuig; zitplaatsen 17A (1e klasse)+23B (2e klasse); wordt 63 (1946). |
318 | 1925 | 1926 | 1946 | — | Linke Hofmann | 16300 | 200 pk, vanaf 1935 240 pk | Benzinemechanisch motorrijtuig(vanaf 1933 dieselmechanisch); zitplaatsen 20A (1e klasse)+20B (2e klasse); wordt 64 (1946). |
MAB 62 | 1924 | 1946 | 1947 | — | Hawa | 15480 | 200 pk | Benzinemechanisch motorrijtuig; zitplaatsen 17A (1e klasse)+23B (2e klasse)17A (1e klasse)+23B (2e klasse); ex 316 (1946); wordt 1502 (1950). |
MAB 63 | 1924 | 1946 | 1951 | — | Hawa | 15480 | 200 pk | Benzinemechanisch motorrijtuig; zitplaatsen 17A (1e klasse)+23B (2e klasse); ex 317 (1946); wordt 1803 (1953). |
MAB 64 | 1925 | 1946 | 1949 | — | Linke Hofmann | 16300 | 240 pk | Dieselmechanisch motorrijtuig; zitplaatsen 20A (1e klasse)+20B (2e klasse); ex 318 (1946); wordt 1701 (1951). |
M 65 | 1916 | 1947 | 1962 | 1962 | Allan/MBS | 10490 | 72 pk, vanaf 1952 96 pk | Dieselelektrische motorwagen; ex MBS D I (in 1934 ontstaan door ombouw bagagerijtuig EL 106); in 1946 door RTM overgenomen; kortgekoppeld met stuurstandrijtuig AB(P)m 422 (vanaf 1960 met AB(P)m 423); in 1962 uitgebrand. |
M 66 | 1916 | 1948 | 1961 | 1962 | Allan/MBS | 10490 | 72 pk, vanaf 1951 96 pk | Dieselelektrische motorwagen; ex MBS D II ( in 1935 ontstaan door ombouw bagagerijtuig EL 105); in 1946 door RTM overgenomen; kortgekoppeld met stuurstandrijtuig AB(P)m 423 (vanaf 1960 eenrichtingmotorwagen). |
M 67 | 1913 | 1949 | 1966 | 1966 | Allan/MBS/RTM | 10940 | 130 pk | Dieselelektrische motorwagen; gebouwd op onderstel 68; in 1967 naar Spoorwegmuseum en sinds 1991 bij Stichting RTM. |
M 68 | 1913 | 1946 | 1947 | — | Allan/MBS | 10940 | 240 pk | Dieselelektrische motorwagen; ex MBS D IV (in 1937 ontstaan door ombouw bagagerijtuig EL 103); in 1946 door RTM overgenomen; in 1947 uitgebrand; onderstel gebruikt bij bouw 67. |
M 68 | 1913 | 1949 | 1953 | — | Allan/MBS | 10940 | 286 pk | Dieselelektrische motorwagen; ex MBS D III (in 1936 ontstaan door ombouw bagagerijtuig EL 104); in 1946 door RTM overgenomen; in 1953 wagenbak vernield bij aanrijding met NS-loc; onderstel gebruikt bij bouw 1806. |
M 69 | 1913 | 1948 | 1951 | — | Allan/MBS | 10940 | 240 pk | Dieselelektrische motorwagen; ex MBS D V (in 1939 ontstaan door ombouw bagagerijtuig EL 102); in 1946 door RTM overgenomen; in 1951 uitgebrand; onderstel gebruikt bij bouw 1805. |
MBD 70 | 1916 | 1948 | 1950 | 1951 | Allan/ZVTM | 13900 | 72 pk | Dieselelektrisch motorrijtuig; zitplaatsen 15B; ex ZVTM ME 15 (in 1936 ontstaan door ombouw rijtuig AB 15); in 1948 door RTM overgenomen. |
71 | 1933 | 1933 | 1945 | 1948 | Karrier/Verheul | 7705 | 65 pk | Roadrailer; zitplaatsen 26B; als zodanig in dienst van 1933 tot 1934; vanaf 1945 autobus na verwijdering tramwielen. |
MBD 72 | 1930 | 1948 | 1952 | 1952 | Brugeoise/ZVTM | 13900 | 72 pk | Dieselelektrisch motorrijtuig; zitplaatsen 15B; ex ZVTM ME 17 (in 1936 ontstaan door ombouw rijtuig AB 17); in 1948 door RTM overgenomen; in 1952 uitgebrand. |
MBD 73 | 1930 | 1948 | 1955 | 1957 | Brugeoise/ZVTM | 13900 | 72 pk | Dieselelektrisch motorrijtuig; zitplaatsen 15B; ex ZVTM ME 18 (in 1936 ontstaan door ombouw rijtuig AB 18); in 1948 door RTM overgenomen. |
MBD 74 | 1930 | 1948 | 1953 | 1955 | Brugeoise/ZVTM | 13900 | 72 pk | Dieselelektrisch motorrijtuig; zitplaatsen 12B; ex ZVTM ME 19 (in 1935 ontstaan door ombouw rijtuig AB 19); in 1948 door RTM overgenomen. |
MABD 1502 | 1924 | 1950 | 1952 | — | Hawa/RTM | 15480 | 240 pk | Dieselmechanisch motorrijtuig; zitplaatsen 11A (1e klasse)+16B (2e klasse); ex 62 (1950); wordt 1802 (1952). |
MABD 1602 (Reiger) | 1916 | 1950 | 1965 | 1966 | Allan/ZVTM/RTM | 13940 | 96 pk, vanaf 1961 120 pk | Dieselelektrisch motorrijtuig; zitplaatsen 6A (1e klasse)+17B (2e klasse)(vanaf 1958:23); ex ZVTM ME 16 (in 1936 ontstaan door ombouw rijtuig AB 16); in 1949 door RTM overgenomen; in 1967 naar Tramweg Stichting, later Stichting RTM. |
M 1651 (Steenbergen) | 1951 | 1951 | 1972 | 1972 | Spoorijzer | 5810 | 72 pk, vanaf 1952 130 pk | Dieselmechanische locomotief; opgebouwd uit onderdelen van NS-locomotoren 103-152; vanaf 1952 rangeerloc; van 1957 tot 1972 actief op havensporen te Zijpe; in 1973 naar Stichting RTM. |
M 1652 (Puttershoek) | 1951 | 1951 | 1965 | 1966 | Spoorijzer | 5810 | 72 pk, vanaf 1952 130 pk | Dieselmechanische locomotief; opgebouwd uit onderdelen van NS-locomotoren 103-152; vanaf 1952 rangeerloc. |
MBD 1700 (Sperwer) | 1963 | 1963 | 1966 | 1966 | Hoogeveen | 14100 | — | Generatorwagen; zitplaatsen 13; vormde treinstel met 1701 en 1702 die de motoren herbergden; in 1967 naar Zillertalbahn; in 1999 naar Stichting RTM. |
EB 1701 | 1955 | 1963 | 1966 | 1966 | Düwag | 14570 | 125 pk | Dieselelektrisch motorrijtuig; zitplaatsen 34; zie verder bij 1700. |
EB 1702 | 1955 | 1963 | 1966 | 1966 | Düwag | 14570 | 125 pk | Dieselelektrisch motorrijtuig; zitplaatsen 34; zie verder bij 1700. |
MABD 1701 | 1925 | 1951 | 1953 | — | Linke Hofm/RTM | 16300 | 120 pk | Dieselmechanisch motorrijtuig; zitplaatsen 6A (1e klasse)+28B (2e klasse); ex 64 (1951); wordt 1801 (1953). |
MABD 1801 (Sperwer) | 1925 | 1953 | 1959 | 1962 | Linke Hofm/RTM | 16300 | 120 pk | Dieselmechanisch motorrijtuig; zitplaatsen 6A (1e klasse)+28B (2e klasse) (vanaf 1958:34); ex 1701 (1953). |
MABD 1802 (Zwaluw) | 1924 | 1952 | 1965 | 1966 | Hawa/RTM | 15480 | 240 pk, vanaf 1953 120 pk | Dieselmechanisch motorrijtuig; zitplaatsen 11A (1e klasse)+16B (2e klasse) (vanaf 1953 11A+11B, vanaf 1958:22); ex 1502 (1952). |
MABD 1803 (Kluut) | 1924 | 1953 | 1965 | 1966 | Hawa/RTM | 15480 | 180 pk | Dieselmechanisch motorrijtuig; zitplaatsen 14A (1e klasse)+14B (2e klasse) (vanaf 1958:28); ex 63(1953). |
MABD 1804 (Kievit) | 1924 | 1953 | 1965 | 1966 | Hawa/RTM | 15480 | 180 pk | Dieselmechanisch motorrijtuig; zitplaatsen 14A (1e klasse)+14B (2e klasse) (vanaf 1958:28); ex 315(1953); in 1967 naar Tramweg Stichting, later Stichting RTM. |
M 1805 (Meeuw) | 1913 | 1952 | 1966 | 1966 | Allan/Hoogeveen | 10940 | 200 pk | Dieselelektrische motorwagen; gebouwd op onderstel 69; in 1967 naar Tramweg Stichting, later Stichting RTM. |
M 1806 (Bergeend) | 1913 | 1954 | 1966 | 1966 | Allan/Hoogeveen | 10940 | 240 pk | Dieselelektrische motorwagen; gebouwd op onderstel 68. |
M 1807 (Scholekster) | 1956 | 1956 | 1964 | 1966 | RTM/Hoogeveen | 10940 | 175 pk | Dieselelektrische motorwagen; voorzien van door Allan gebouwde MBS-draaistellen. |
MBD 2001 (Fuut) | 1935 | 1956 | 1965 | 1966 | Billard/Hoogeveen | 12725 | 83 pk | Dieselmechanisch motorrijtuig; zitplaatsen 33B; ex CFD 501; in 1951 door RTM overgenomen; vormde combinatie met B 2011. |
AR2002BD (Stern) | 1948 | 1952 | 1956 | 1957 | Billard | 12310 | 88 pk | Dieselmechanisch motorrijtuig; zitplaatsen 27B; ex CFD 515; in 1951 door RTM overgenomen; vormde combinatie met BPD 2012; pas in 1965 gesloopt. |
Het onder de duizend genummerde materieel heeft een houten en het boven de duizend genummerde een stalen wagenbak. | ||||||||
CFD = Chemin de Fer Départementaux | ||||||||
DB = Deutsche Bundesbahn | ||||||||
MBS = Maas-Buurtspoorweg | ||||||||
ZVTM = Zeeuwsch Vlaamsche Tramweg-Maatschappij | ||||||||
Vanaf 1952 werden de stalen motorrijtuigen van vogelnamen en hun bijbehorende afbeeldingen voorzien. |
OVERZICHT HOUTEN RIJTUIGEN RTM | |||||||
nummer | bouwjaar | in dienst | afvoer | fabriek | zitplaatsen | lengte | bijzonderheden |
AB 300 | 1883 | 1910 | Boon/RTM | 10A+22B | 11190 | ex AB 83; Tweeasser; wordt AB 388(1916) | |
A 301 | 1907 | 1916 | Allan | 40A | 15400 | ex A 801; wordt AB 301(1946) en daarna AB 1512(1950) | |
AB 301 | 1883 | 1910 | 1911 | Boon/RTM | 10A+22B | 11190 | ex AB 82; Tweeasser |
A 302 | 1907 | 1916 | Allan | 40A | 15400 | ex A 802; wordt AB 1511(1950) | |
AB 302 | 1882 | 1910 | Beijnes | 10A+22B | 11190 | ex 15; Tweeasser; wordt AB 389(1916) | |
A 303 | 1907 | 1916 | Allan | 40A | 15400 | ex A 803; wordt AB 303(1946/47) en daarna AB 1514(1955) | |
A 304 | 1907 | 1916 | Allan | 40A | 15400 | ex A 804; wordt AB 304(1946) en daarna AB 1513(1950) | |
A 305 | 1908 | 1916 | Allan | 40A | 15400 | ex A 805; wordt AB 305 (1946/47) en daarna B 1518(1953) | |
A 306 | 1908 | 1916 | Allan | 40A | 15400 | ex A 806; wordt AB 306(1946/47) en daarna B 1515(1952) | |
A 307 | 1908 | 1916 | Allan | 40A | 15400 | ex A 807; wordt AB 307(1946/47) en daarna ABR 1517(1952) | |
A 308 | 1908 | 1916 | Allan | 40A | 15400 | ex A 808; wordt B 1521(1950) | |
AB 309 | 1925 | 1936 | Allan | 12A+24B | 14165 | ex BBA AB 2; wordt AB 1503?(1952) | |
AB 310 | 1912 | 1912 | Allan | 11A+29B | 14290 | wordt AB 391(1916) | |
AB 310 | 1925 | 1936 | Allan | 12A+24B | 14165 | ex BBA AB 3; wordt ABR 1504?(1952) | |
AB 311 | 1912 | 1912 | Allan | 11A+29B | 14290 | wordt AB 392(1916) | |
AB 311 | 1925 | 1936 | Allan | 12A+24B | 14165 | ex BBA AB 4; wordt AB 1501?(1952) | |
AB 312 | 1912 | 1912 | Allan | 11A+29B | 14290 | wordt AB 393(1916) | |
AB 312 | 1925 | 1936 | Allan | 12A+24B | 14165 | ex BBA AB 5; wordt AB 1502?(1952) | |
AB 313 | 1926 | 1936 | Allan | 12A+24B | 14165 | ex BBA AB 6; wordt BD 1505(1952) | |
AB 314 | 1925 | 1936 | Allan | 12A+24B | 14165 | ex BBA AB 7; wordt BD 1506(1953) | |
AB 326 | 1898 | 1898 | 1948 | Métallurgique | 14A+29B | 13800 | |
AB 327 | 1898 | 1898 | 1948 | Métallurgique | 14A+29B | 13800 | |
AB 328 | 1898 | 1898 | 1948 | Métallurgique | 14A+29B | 13800 | wordt B 328(1936/43) |
AB 329 | 1898 | 1898 | 1956 | Métallurgique | 14A+29B | 13800 | wordt B 329(1936/43) |
AB 330 | 1898 | 1898 | 1957 | Métallurgique | 14A+29B | 13800 | wordt B 330(1936/43) |
AB 331 | 1898 | 1898 | 1949 | Métallurgique | 14A+29B | 13800 | wordt B 331(1936/43) |
AB 332 | 1898 | 1898 | 1949 | Métallurgique | 14A+29B | 13800 | wordt B 332(1936/43) |
AB 333 | 1898 | 1898 | 1949 | Métallurgique | 14A+29B | 13800 | wordt B 333(1936/43) |
AB 334 | 1898 | 1898 | 1949 | Métallurgique | 14A+29B | 13800 | wordt B 334(1936/43) |
AB 335 | 1898 | 1898 | 1911 | Métallurgique | 14A+29B | 13800 | |
AB 336 | 1899 | 1899 | Métallurgique | 14A+29B | 13940 | wordt BD 438(1949) | |
AB 337 | 1899 | 1899 | 1959 | Métallurgique | 14A+29B | 13940 | in 1955 terzijde |
AB 338 | 1900 | 1900 | Métallurgique | 14A+29B | 13940 | wordt BD 431(1947) | |
AB 339 | 1900 | 1900 | 1957 | Métallurgique | 14A+29B | 13940 | |
AB 340 | 1900 | 1900 | 1951 | Métallurgique | 14A+29B | 13940 | |
AB 341 | 1900 | 1900 | 1951 | Métallurgique | 14A+29B | 13940 | |
AB 342 | 1900 | 1900 | 1950 | Métallurgique | 14A+29B | 13940 | |
AB 343 | 1900 | 1900 | 1951 | Métallurgique | 14A+29B | 13940 | |
AB 344 | 1900 | 1900 | 1957 | Métallurgique | 14A+29B | 13940 | wordt B 344(1950/52) |
AB 345 | 1900 | 1900 | 1950 | Métallurgique | 14A+29B | 13940 | |
AB 346 | 1901 | 1901 | 1952 | Métallurgique | 14A+29B | 13940 | |
AB 347 | 1901 | 1901 | 1949 | Métallurgique | 14A+29B | 13940 | |
AB 348 | 1902 | 1902 | 1949 | Zypen & Charlier | 14A+29B | 13940 | |
AB 349 | 1904 | 1904 | 1949 | Haine St.Pierre | 14A+29B | 13950 | |
AB 350 | 1904 | 1904 | Haine St.Pierre | 14A+29B | 13950 | wordt BD 431(1949) | |
AB 351 | 1904 | 1904 | Haine St.Pierre | 14A+29B | 13950 | wordt BD 437(1949) | |
AB 352 | 1904 | 1904 | 1956 | Haine St.Pierre | 14A+29B | 13950 | |
AB 353 | 1904 | 1904 | Haine St.Pierre | 14A+29B | 13950 | wordt BD 432(1947) | |
AB 354 | 1904 | 1904 | 1954 | Haine St.Pierre | 14A+29B | 13950 | |
AB 355 | 1904 | 1904 | 1951 | Haine St.Pierre | 14A+29B | 13950 | |
AB 356 | 1904 | 1904 | Haine St.Pierre | 14A+29B | 13950 | wordt BD 436(1948) | |
AB 357 | 1904 | 1904 | Haine St.Pierre | 14A+29B | 13950 | wordt BD 434(1948) | |
AB 358 | 1904 | 1904 | 1911 | Haine St.Pierre | 14A+29B | 13950 | |
AB 359 | 1904 | 1904 | Haine St.Pierre | 14A+29B | 13950 | wordt BD 435(1948) | |
AB 360 | 1905 | 1905 | 1966 | Haine St.Pierre | 14A+29B | 13950 | wordt B 360(1909/11); in 1963 terzijde |
AB 361 | 1905 | 1905 | 1950 | Haine St.Pierre | 14A+29B | 13950 | wordt B 361(1909/11) |
AB 362 | 1905 | 1905 | Haine St.Pierre | 14A+29B | 13950 | wordt B 362(1909/11); wordt BD 433(1948) | |
AB 363 | 1905 | 1905 | 1966 | Haine St.Pierre | 14A+29B | 13950 | wordt B 363(1909/11); in 1963 terzijde; thans bij Stichting RTM |
AB 364 | 1905 | 1905 | 1963 | Haine St.Pierre | 14A+29B | 13950 | wordt B 364(1909/11); thans bij Stichting RTM |
AB 365 | 1905 | 1905 | 1951 | Haine St.Pierre | 14A+29B | 13950 | wordt B 365(1909/11) |
AB 366 | 1905 | 1905 | 1959 | Haine St.Pierre | 14A+29B | 13950 | wordt B 366(1909/11); in 1955 terzijde |
AB 367 | 1905 | 1905 | 1966 | Haine St.Pierre | 14A+29B | 13950 | wordt B 367(1909/11); in 1963 terzijde; thans bij stichting RTM |
AB 368 | 1905 | 1905 | 1951 | Haine St.Pierre | 14A+29B | 13950 | wordt B 368(1909/11); |
AB 369 | 1905 | 1905 | 1951 | Haine St.Pierre | 14A+29B | 13950 | wordt B 369(1909/11); |
AB 370 | 1905 | 1905 | 1966 | Haine St.Pierre | 14A+29B | 13950 | wordt B 370(1946/47); in 1963 terzijde; thans bij SHM |
AB 371 | 1905 | 1905 | 1961 | Haine St.Pierre | 14A+29B | 13950 | wordt B 371(1946/47) |
AB 372 | 1905 | 1905 | 1955 | Haine St.Pierre | 14A+29B | 13950 | wordt B 372(1946/47) |
AB 373 | 1905 | 1905 | 1951 | Haine St.Pierre | 14A+29B | 13950 | |
AB 374 | 1905 | 1905 | 1951 | Haine St.Pierre | 14A+29B | 13950 | |
AB 375 | 1906 | 1906 | 1961 | Haine St.Pierre | 14A+29B | 13950 | |
AB 376 | 1906 | 1906 | 1966 | Haine St.Pierre | 14A+29B | 13950 | in 1963 terzijde; thans bij Stichting RTM |
AB 377 | 1906 | 1906 | 1957 | Haine St.Pierre | 14A+29B | 13950 | wordt B 377(1950/52) |
AB 378 | 1906 | 1906 | 1956 | Haine St.Pierre | 14A+29B | 13950 | |
AB 379 | 1906 | 1906 | 1956 | Haine St.Pierre | 14A+29B | 13950 | |
AB 380 | 1906 | 1906 | 1966 | Haine St.Pierre | 14A+29B | 13950 | in 1963 terzijde |
AB 381 | 1906 | 1906 | 1956 | Haine St.Pierre | 14A+29B | 13950 | |
AB 382 | 1906 | 1906 | 1939 | Haine St.Pierre | 14A+29B | 13950 | in 1932 terzijde |
AB 383 | 1906 | 1906 | 1957 | Haine St.Pierre | 14A+29B | 13950 | |
AB 384 | 1909 | 1909 | 1956 | Haine St.Pierre | 14A+29B | 13950 | |
AB 385 | 1909 | 1909 | 1954 | Haine St.Pierre | 14A+29B | 13950 | |
AB 386 | 1909 | 1909 | 1966 | Haine St.Pierre | 14A+29B | 13950 | in 1963 terzijde |
AB 387 | 1909 | 1909 | 1966 | Haine St.Pierre | 14A+29B | 13950 | in 1963 terzijde |
AB 388 | 1883 | 1916 | 1949 | Boon/RTM | 10A+22B | 11190 | ex AB 300; Tweeasser |
AB 389 | 1882 | 1916 | 1949 | Beijnes | 10A+22B | 11190 | ex AB 302; Tweeasser; wordt B 389 (1946/47) |
AB 391 | 1912 | 1916 | Allan | 11A+29B | 14290 | ex AB 310; wordt AB 1507(1953) | |
AB 392 | 1912 | 1916 | Allan | 11A+29B | 14290 | ex AB 311; wordt AB 1508(1953) | |
AB 393 | 1912 | 1916 | Allan | 11A+29B | 14290 | ex AB 312; wordt BD 393(1949) en vervolgens BD 1509(1954) | |
AB 394 | 1906 | 1919 | 1966 | Allan | 14A+29B | 13940 | ex TBC 1; thans bij Stichting RTM |
AB 395 | 1906 | 1919 | 1966 | Allan | 14A+29B | 13940 | ex TBC 2; thans bij SHM |
AB 396 | 1906 | 1919 | 1966 | Allan | 14A+29B | 13940 | ex TBC 3; thans bij Stichting RTM |
AB 397 | 1906 | 1919 | 1966 | Allan | 14A+29B | 13940 | ex TBC 4; wordt ABP 397(1948); thans bij Stichting RTM |
AB 398 | 1906 | 1919 | 1966 | Allan | 14A+29B | 13940 | ex TBC 5; wordt B 398(1949); thans bij Stichting RTM |
AB 399 | 1906 | 1919 | 1966 | Allan | 14A+29B | 13940 | ex TBC 6 |
BD 401 | 1911 | 1947 | 1961 | Allan | 21B | 12700 | ex NBM 44 |
BD 402 | 1911 | 1947 | 1961 | Allan | 21B | 12700 | ex NBM 47 |
B 403 | 1911 | 1947 | 1961 | Allan | 30B | 12700 | ex NBM 41 |
AB 404 | 1911 | 1946 | 1959 | Allan | 9A+21B | 12700 | ex NBM 45; wordt B 404(1947); in 1956 terzijde |
AB 405 | 1911 | 1946 | 1961 | Allan | 9A+21B | 12700 | ex NBM 46 |
AB 406 | 1911 | 1946 | 1959 | Allan | 9A+21B | 12700 | ex NBM 48; in 1954 terzijde |
AB 407 | 1911 | 1947 | 1961 | Allan | 9A+21B | 12700 | ex NBM 42 |
AB 408 | 1924 | 1946 | 1965 | Werkspoor | 18A+21B | 13390 | ex NBM 83; in 1956 terzijde |
AB 409 | 1924 | 1946 | Werkspoor | 18A+21B | 13390 | ex NBM 84; wordt ABD 1521(1956) | |
BD 411 | 1913 | 1947 | 1959 | Allan | 30B | 13900 | ex MBS B 2 |
BD 412 | 1914 | 1947 | 1959 | Allan | 24B | 13900 | ex MBS B 9 |
BD 413 | 1913 | 1947 | 1959 | Allan | 24B | 13900 | ex MBS AB 3 |
AB 414 | 1913 | 1947 | 1966 | Allan | 12A+24B | 13900 | ex MBS AB 4; in 1963 terzijde; thans bij Stichting RTM |
AB 415 | 1914 | 1946 | Allan | 12A+24B | 13900 | ex MBS AB 10; wordt BPD 1631(1951) | |
AB 416 | 1913 | 1947 | 1965 | Allan | 12A+24B | 13900 | ex MBS AB 7; in 1962 terzijde |
AB 417 | 1913 | 1946 | 1963 | Allan | 12A+24B | 13900 | ex MBS AB 6; thans bij Stichting RTM |
AB 418 | 1913 | 1947 | 1959 | Allan | 12A+24B | 13900 | ex MBS AB 5 |
AB 419 | 1913 | 1947 | 1959 | Allan | 12A+24B | 13900 | ex MBS AB 1 |
B 420 | 1913 | 1947 | 1959 | Allan | 36B | 13900 | ex MBS AB 8; wordt AB 420(1951) |
B 421 | 1916 | 1947 | 1959 | Allan | 36B | 13900 | ex MBS AB 11 |
ABm 422 | 1916 | 1947 | 1962 | Allan | 12A+24B | 13900 | ex MBS AB 13; stuurstandrijtuig bij M 65; wordt ABPm 422(1953) |
ABm 423 | 1916 | 1948 | 1965 | Allan | 12A+24B | 13900 | ex MBS AB 14; stuurstandrijtuig bij M 66; wordt ABPm 423(1951) |
BD 431 | 1900 | 1947 | 1949 | Métallurgique | 24B | 13940 | ex AB 338 |
BD 431 | 1904 | 1949 | 1961 | Haine St.Pierre | 24B | 13950 | ex AB 350 |
BD 432 | 1904 | 1947 | 1959 | Haine St.Pierre | 24B | 13950 | ex AB 353; in 1956 terzijde |
BD 433 | 1905 | 1948 | 1956 | Haine St.Pierre | 24B | 13950 | ex AB 362 |
BD 434 | 1904 | 1948 | 1966 | Haine St.Pierre | 24B | 13950 | ex AB 357; in 1963 terzijde |
BD 435 | 1904 | 1948 | 1954 | Haine St.Pierre | 24B | 13950 | ex AB 359 |
BD 436 | 1904 | 1948 | 1953 | Haine St.Pierre | 24B | 13950 | ex AB 356 |
BD 437 | 1904 | 1949 | 1961 | Haine St.Pierre | 24B | 13950 | ex AB 351 |
BD 438 | 1899 | 1949 | 1966 | Métallurgique | 24B | 13940 | ex AB 336; in 1963 terzijde; thans bij Stichting RTM |
A 801 | 1907 | 1907 | Allan | 40A | 15400 | wordt A 301(1916) | |
A 802 | 1907 | 1907 | Allan | 40A | 15400 | wordt A 302(1916) | |
A 803 | 1907 | 1907 | Allan | 40A | 15400 | wordt A 303(1916) | |
A 804 | 1907 | 1907 | Allan | 40A | 15400 | wordt A 304(1916) | |
A 805 | 1908 | 1908 | Allan | 40A | 15400 | wordt A 305(1916) | |
A 806 | 1908 | 1908 | Allan | 40A | 15400 | wordt A 306(1916) | |
A 807 | 1908 | 1908 | Allan | 40A | 15400 | wordt A 307(1916) | |
A 808 | 1908 | 1908 | Allan | 40A | 15400 | wordt A 308(1916) | |
Terzijdestellingen zijn alleen bij de rijtuigen vermeld als hun afvoer minstens drie jaar later plaatsvond. In verband met de vele wijzigingen in latere jaren zijn alleen de zitplaatsaantallen bij in dienst stelling vermeld; zitplaatsen op de balkons zijn hier buiten beschouwing gelaten; 12A+29B betekent: 12 zitplaatsen eerste klasse en 29 plaatsen 2e klasse. In 1958 werden de eerste en tweede klasse samengevoegd. De bij SHM aanwezige AB 334 en AB 341 zijn in feite replica’s. | |||||||
Verdere afkortingen: BBA = N.V. Brabantsche Buurtspoorwegen en Autodiensten MBS = Maas-Buurtspoorweg NBM = Nederlandsche Buurtspoorweg-Maatschappij SHM = Stoomtram Hoorn-Medemblik TBC = Stoomtram Tiel-Buren-Culemborg |
OVERZICHT STALEN RIJTUIGEN RTM | ||||||
nummer | bouwjaar | in dienst | fabriek | zitplaatsen | lengte | bijzonderheden |
AB 1501 | 1925 | 1952 | Allan/Hoogeveen | 12A+29B | 14165 | ex AB 311? |
AB 1502 | 1925 | 1952 | Allan/Hoogeveen | 12A+29B | 14165 | ex AB 312? |
AB 1503 | 1925 | 1952 | Allan/Hoogeveen | 12A+29B | 14165 | ex AB 309? |
ABR 1504 | 1925 | 1952 | Allan/Hoogeveen | 8A+23B | 14165 | ex AB 310?; restauratieafdeling |
BD 1505 | 1926 | 1952 | Allan/Hoogeveen | 38B | 14165 | ex AB 313 |
BD 1506 | 1925 | 1953 | Allan/Hoogeveen | 30B | 14165 | ex AB 314 |
AB 1507 | 1912 | 1953 | Allan/RTM | 12A+23B | 14290 | ex AB 391 |
AB 1508 | 1912 | 1953 | Allan/RTM | 12A+23B | 14290 | ex AB 392 |
BD 1509 | 1912 | 1954 | Allan/RTM | 29B | 14290 | ex AB 393 |
AB 1511 | 1907 | 1950 | Allan/RTM | 17A+23B | 15400 | ex A 302 |
AB 1512 | 1907 | 1950 | Allan/RTM | 17A+23B | 15400 | ex AB 301 |
AB 1513 | 1907 | 1950 | Allan/RTM | 17A+23B | 15400 | ex AB 304; wordt B 1513(1960); thans bij Stichting RTM |
AB 1514 | 1907 | 1955 | Allan/RTM | 20A+28B | 15400 | ex AB 303; wordt B 1514(1960) |
B 1515 | 1908 | 1952 | Allan/RTM | 40B | 15400 | ex AB 306; thans bij Stichting RTM |
B 1516 | 1908 | 1952 | Allan/RTM | 40B | 15400 | ex B 1521 |
ABR 1517 | 1908 | 1952 | Allan/RTM | 8A+29B | 15400 | ex AB 307; restauratieafdeling |
B 1518 | 1908 | 1953 | Allan/RTM | 48B | 15400 | ex AB 305 |
B 1520 | 1923 | 1956 | Werkspoor/RTM | 42B | 13390 | ex NBM 71 |
B 1521 | 1908 | 1950 | Allan/RTM | 40B | 15400 | ex A 308; wordt B 1516(1952) |
ABD 1521 | 1924 | 1956 | Werkspoor/RTM | 12A+20B | 13390 | ex AB 409 |
1522 | 1943 | 1962 | Franco Belge | 39 | 14400 | ex NMVB 19341 |
1523 | 1945 | 1962 | Franco Belge | 42 | 14400 | ex NMVB 19343 |
1524 | 1946 | 1962 | Franco Belge | 42 | 14400 | ex NMVB 19347 |
BPD 1631 | 1914 | 1951 | Allan/RTM | 23B | 14200 | ex AB 415; thans bij Stichting RTM |
B 2011 | 1935 | 1956 | Billard | 53B | 12725 | ex CFD 502 |
BPD 2012 | 1948 | 1952 | Billard | 30B | 12310 | ex CFD 514 |
Verklaring: Alle hierboven genoemde rijtuigen waren bij de opheffing van het trambedrijf in 1966 nog aanwezig, met uitzondering van de BPD 2012 die in 1962 terzijde werd gesteld en in 1965 gesloopt. Bij de zitplaatsen zijn de klapbankjes op de balkons niet meegeteld; 12A+29B betekent 12 zitplaatsen 1e klas en 29 zitplaatsen 2e klas. In 1958 kwam het klassenonderscheid te vervallen. Afgezien van de rijtuigen die van de NMVB en de CFD overgenomen zijn is er steeds sprake van de bouw van een geheel nieuwe bak op een bestaand onderstel. De eveneens bij de Stichting RTM aanwezige ABR 1517 betreft een replica hetgeen feitelijk eveneens geldt voor de BPD 1631. Afkortingen: CFD = Chemin de Fer Départementaux; NBM = Nederlandsche Buurtspoorweg Maatschappij; NMVB = Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen. |
OVERZICHT POST(BAGAGE)WAGENS RTM | ||||||
nummer | bouwjaar | in dienst | afvoer | fabriek | lengte | bijzonderheden |
PD 252 | 1911 | 1946 | 1959 | Werkspoor | 11600 | ex NBM 92 (via MBS) |
PD 254 | 1906 | 1922 | Allan | 7440 | ex TBC PD 101; wordt PD 299(1947) | |
PD 254 | 1911 | 1947 | 1954 | Werkspoor | 11600 | ex NBM 95 (via MBS) |
PD 255 | 1898 | 1898 | 1954 | Métallurgique | 7450 | |
PD 256 | 1898 | 1898 | 1954 | Métallurgique | 7450 | |
PD 257 | 1898 | 1898 | 1954 | Métallurgique | 7450 | |
PD 258 | 1898 | 1898 | 1954 | Métallurgique | 7450 | |
PD 259 | 1900 | 1900 | 1951 | Métallurgique | 8940 | |
PD 260 | 1900 | 1900 | Métallurgique | 8940 | wordt PD 1531(1950) | |
PD 261 | 1900 | 1900 | 1952 | Métallurgique | 8940 | wordt P 261(1923/24) |
PD 262 | 1900 | 1900 | 1954 | Métallurgique | 8940 | |
PD 263 | 1900 | 1900 | 1955 | Métallurgique | 8940 | |
PD 264 | 1904 | 1904 | 1966 | HaineStPierre | 8850 | wordt P 264(1923/24) |
PD 265 | 1904 | 1904 | 1960 | HaineStPierre | 8850 | wordt P 265(1932) |
PD 266 | 1904 | 1904 | 1950 | HaineStPierre | 7450 | |
PD 267 | 1904 | 1904 | 1953 | Haine St.Pierre | 7450 | |
PD 268 | 1904 | 1904 | 1954 | Haine St.Pierre | 7450 | |
PD 269 | 1904 | 1904 | 1955 | Haine St.Pierre | 7450 | |
PD 270 | 1904 | 1904 | 1955 | Haine St.Pierre | 7450 | |
PD 271 | 1904 | 1904 | 1955 | Haine St.Pierre | 7450 | |
PD 272 | 1904 | 1904 | 1960 | Haine St.Pierre | 8850 | wordt 272(1953): stukgoedwagen |
PD 273 | 1906 | 1906 | 1955 | Haine St.Pierre | 8850 | |
PD 274 | 1906 | 1906 | 1945 | Haine St.Pierre | 8850 | |
PD 275 | 1909 | 1909 | 1954 | Haine St.Pierre | 7450 | |
PD 276 | 1909 | 1909 | 1950 | Haine St.Pierre | 7450 | |
D 277 | 1905 | 1914 | 1956 | Métallurgique | 7450 | ex 770; wordt 277(1952): open gwg |
D 278 | 1905 | 1914 | 1957 | Métallurgique | 7450 | ex 771; wordt 278(1951?): gesloten gwg |
D 279 | 1905 | 1914 | 1955 | Métallurgique | 7470 | ex 628 |
D 280 | 1905 | 1914 | 1958 | Métallurgique | 7470 | ex 629; wordt 280(1955): gesloten gwg |
D 281 | 1905 | 1914 | 1954 | Métallurgique | 7470 | ex 630; al sinds 1911 bagagewagen |
D 282 | 1905 | 1914 | 1954 | Métallurgique | 7470 | ex 631 |
D 283 | 1905 | 1914 | 1954 | Métallurgique | 7470 | ex 632; al sinds 1911 bagagewagen |
D 284 | 1906 | 1914 | 1954 | Métallurgique | 7470 | ex 633; al sinds 1911 bagagewagen |
D 285 | 1908 | 1914 | 1954 | Allan | 7470 | ex 639; al sinds 1911 bagagewagen |
D 286 | 1908 | 1914 | 1954 | Allan | 7470 | ex 640; al sinds 1911 bagagewagen |
D 287 | 1914 | 1916 | 1954 | Allan | 7470 | ex 698 |
D 288 | 1914 | 1916 | 1954 | Allan | 7470 | ex 699 |
D 289 | 1914 | 1916 | 1957 | Allan | 7470 | ex 700; wordt 289(1954): gesloten gwg |
CD 291 | 1915 | 1915 | 1966 | Allan | 10940 | wordt P 291(1953); thans bij Stichting RTM |
CD 292 | 1915 | 1915 | 1960 | Allan | 10940 | wordt P 292(1957) |
CD 293 | 1915 | 1915 | 1966 | Allan | 10940 | wordt 293(1957): stukgoedwagen |
CD 294 | 1915 | 1915 | 1960 | Allan | 10940 | |
CD 295 | 1915 | 1915 | 1966 | Allan | 10940 | wordt P 295(1956); thans bij Stichting RTM |
CD 296 | 1916 | 1916 | 1966 | Allan | 10940 | wordt 296(1951): stukgoedwagen |
CD 297 | 1916 | 1916 | 1966 | Allan | 10940 | wordt 297(1952): stukgoedwagen |
CD 298 | 1916 | 1916 | 1966 | Allan | 10940 | wordt 298(1957): stukgoedwagen |
PD 299 | 1906 | 1947 | 1956 | Allan | 7440 | ex PD 254 |
PD 1531 | 1900 | 1950 | 1966 | Métallurgique/RTM | 8940 | ex PD 260 |
De 255-258, 266-271, 275-289 en 299(254) waren tweeassers, de overige wagens waren vierassers. De 255-258, 266-271, 275 en 276 hadden een draagvermogen van 5000 kg, bij de 252, 254(ex NBM). en 291-298 was dit 7500 kg en bij de overige wagens was dit 10000 kg. De 277-289 ontstonden uit gesloten goederenwagens, waarvan de 770 en 771 tevens een conducteursafdeling hadden. De 259-263 waren voorzien van twee bagageafdelingen. De 291-298 waren bagagewagens met een conducteursafdeling met een uitzichtkoepel opzij. De 1531 had een stalen en alle overige wagens hadden een houten wagenbak. Stukgoedwagen 296 bij de Stichting RTM is een replica (op basis van de P 295). MBS = Maas-Buurtspoorweg, NBM = Nederlandsche Buurtspoorweg-Maatschappij, TBC = Stoomtram Tiel-Buren-Culemborg |
OVERZICHT GOEDERENMATERIEEL RTM | ||||
serie | type | in dienst | fabriek | bijzonderheden |
1-5 | open | 1910 | Werkspoor | eigendom suikerfabriek van Loon & Co te Steenbergen (vanaf 1919 CSM) |
6-20 | open | 1921 | HAWA | eigendom Centrale Suiker Maatschappij(CSM)te Oud-Beijerland |
26-35 | open | 1912 | Werkspoor | eigendom suikerfabriek Saint-Antoine te Oud-Gastel (vanaf 1919 CSM) |
51-65 | open | 1912 | Werkspoor | eigendom Gastelsche Beetwortelsuikerfabriek te Stampersgat (vanaf 1919 CSM) |
71-100 | open | 1921 | Futter-Hirsch | eigendom Coöperatieve Suikerfabriek Puttershoek(vanaf 1957 RTM); 73 en 96 thans bij Stichting RTM |
101-115 | open | 1910 | Werkspoor | |
116-135 | open | 1912 | Werkspoor | |
136-165 | open | 1914 | Zypen & Charlier | 151-165 voorzien van bodemschuiven voor het storten van ballast |
166-190 | open | 1915 | Allan | |
191-210 | open | 1916 | Allan | 196-210 voorzien van bodemschuiven voor het storten van ballast |
201-210 | open | 1898 | Métallurgique | worden 451-460(1899) |
211, 212 | melk | 1898 | Métallurgique | worden 701, 702(1899) |
211-250 | open | 1925 | HAWA | aan weerszijden twee stel deuren |
216, 217 | kisten | 1898 | Werkspoor | elk voorzien van drie open laadkisten; worden 706, 707(1899) |
222 | water | 1898 | Werkspoor | wordt 711(1899) |
226-235 | gesloten | 1898 | Métallurgique | worden 601-610(1899) |
400 | open | 1910 | Werkspoor | wordt 600(1916) |
401-410 | onderstel | 1899 | Dyle & Bacalan | aanvankelijk onderstellen om losse open bakken van spoorwagens te vervoeren; in 1902 van open RTM-bakken voorzien; worden 741-750(1905) |
401-424 | open | 1910 | Werkspoor | worden 1401-1424(1946) |
425-444 | open | 1907 | Métallurgique | voorzien van losse hekken; worden 1425-1444(1946) |
445-450 | open | 1906 | Métallurgique | voorzien van losse hekken; worden 1445-1450(1946) |
451-460 | open | 1899 | Métallurgique | ex 201-210(bouwjaar 1898); 458 thans bij Stichting RTM |
453 | open | 1923 | Piéton | voorzien van losse hekken; ter vervanging van de in 1923 afgevoerde 453 uit 1898 |
461-465 | open | 1899 | Métallurgique | |
466-470 | open | 1900 | Métallurgique | |
471-495 | hekken | 1900 | Métallurgique | |
496-525 | open | 1901 | Zypen & Charlier | voorzien van losse hekken |
526-545 | open | 1903 | Métallurgique | voorzien van losse hekken |
546-550 | open | 1904 | Métallurgique | voorzien van losse hekken |
551-575 | open | 1905 | Métallurgique | voorzien van losse hekken |
576-599 | open | 1906 | Métallurgique | voorzien van losse hekken; 581 thans bij Stichting RTM |
600 | open | 1916 | Werkspoor | ex 400(bouwjaar 1910) |
601-610 | gesloten | 1899 | Métallurgique | ex 226-235(bouwjaar 1898) |
611-618 | gesloten | 1900 | Métallurgique | 615 thans bij Stichting RTM |
619-626 | gesloten | 1904 | Métallurgique | |
627-632 | gesloten | 1905 | Métallurgique | 630 en 632 worden bagagewagens(1911); 628-632 worden D 279-283(1914) |
628-633 | gesloten | 1914 | Allan | |
633-638 | gesloten | 1906 | Métallurgique | 633 wordt bagagewagen(1911) en wordt D 284(1914); 635 thans bij Stichting RTM |
639-648 | gesloten | 1908 | Allan | 639 en 640 worden bagagewagen(1911) en worden D 285, 286(1914); 642 thans bij Stichting RTM |
639, 640 | gesloten | 1914 | Allan | |
649-658 | gesloten | 1909 | Haine St.Pierre | |
659-668 | gesloten | 1910 | Werkspoor | |
669-678 | gesloten | 1912 | Werkspoor | |
679-700 | gesloten | 1914 | Allan | 698-700 worden D 287-289(1916); 687 thans bij Stichting RTM |
698-700 | gesloten | 1916 | Allan | 700 thans bij Stichting RTM |
701, 702 | melk | 1899 | Métallurgique | ex 211, 212(bouwjaar 1898); worden gesloten wagens(1909) |
703, 704 | melk | 1901 | Métallurgique | worden gesloten wagens(1909) |
705-708 | melk | 1904 | Métallurgique | worden gesloten wagens 1909) |
706, 707 | kisten | 1899 | Werkspoor | ex 216, 217(bouwjaar 1898); elk voorzien van drie open laadkisten; worden schamelwagens(1900) |
709-712 | melk | 1905 | Métallurgique | worden gesloten wagens(1909) |
711 | water | 1899 | Werkspoor | ex 222(bouwjaar 1898); wordt 751(1905) |
712-715 | water | 1901 | Werkspoor | worden 752-755(1905) |
713-716 | melk | 1906 | Métallurgique | worden gesloten wagens (1909); 715 thans bij Stichting RTM(melkwagen) |
716 | water | 1904 | Métallurgique | wordt 756(1905) |
717-730 | gesloten | 1916 | Allan | 722 en 728 thans bij Stichting RTM |
732, 733 | schamel | 1912 | Werkspoor | |
734, 735 | schamel | 1906 | Métallurgique | |
736, 737 | schamel | 1905 | Werkspoor | ex 706,707(bouwjaar 1898) |
738, 739 | schamel | 1904 | Métallurgique | |
741-750 | onderstel | 1905 | Dyle & Bacalan | ex 401-410(bouwjaar 1899); onderstellen om eigen losse bakken (en tot 1925 ook spoorwegbakken) te vervoeren |
751 | water | 1905 | Werkspoor | ex 711(bouwjaar 1898) |
752-755 | water | 1905 | Werkspoor | ex 712-715(bouwjaar 1901) |
756 | water | 1905 | Métallurgique | ex 716(bouwjaar 1904) |
757, 758 | water | 1905 | Métallurgique | 757 wordt gifsproeiwagen(1940?); 758 wordt zandwagen(1938) |
759 | water | 1906 | Métallurgique | |
760, 761 | water | 1908 | Métallurgique | |
762-764 | water | 1914 | Allan | |
765, 766 | ketel | 1947 | DSM | ex EDS(bouwjaar 1904, ketelwagen in 1930); 765 wordt gifsproeiwagen(1958); 766 wordt platte wagen(1958) |
770 | rongen | 1915 | Zypen & Charlier | wordt 776(1916) |
770, 771 | gesloten | 1905 | Métallurgique | voorzien van conducteursafdeling; worden D 277,278(1914) |
771-775 | rongen | 1914 | Zypen & Charlier | 772 thans bij Stichting RTM |
776 | rongen | 1916 | Zypen & Charlier | ex 770(bouwjaar 1915) |
780 | hekken | 1909 | Werkspoor | aan weerszijden drie stel deuren; wordt 800(1916) |
781-785 | open | 1906 | Métallurgique | voorzien van losse hekken; aan weerszijden twee stel deuren; 783 wordt materieelwagen(1940)en thans als zodanig bij Stichting RTM; 784 wordt open wagen(1950) |
786-799 | hekken | 1909 | Werkspoor | aan weerszijden drie stel deuren; 787, 789-791, 794 en 797 worden gesloten wagens(1939) en 786(1952), 787 en 791(1951) en 792-799(1950) worden open wagens (zie voetnoot) |
800 | hekken | 1916 | Werkspoor | ex 780(bouwjaar 1909); aan weerszijden drie stel deuren; wordt gesloten wagen in 1941 en open wagen in 1950 (zie voetnoot) |
801-820 | open | 1916 | Allan | voorzien van losse hekken |
821-860 | open | 1923 | Piéton | voorzien van losse hekken |
870 | open | 1947 | DSM | ex EDS(bouwjaar 1908) |
871-875 | rongen | 1947 | Pennock | ex EDS(bouwjaar 1911/12) |
880-883 | rongen | 1947 | Pennock | ex EDS(bouwjaar 1904); 883 thans bij Stichting RTM |
901-905 | gesloten | 1915 | Allan | losse bakken voor vervoer per schip (zie 1001-1040); 903 thans bij Stichting RTM |
926-930 | hekken | 1915 | Allan | losse bakken voor vervoer per schip (zie 1001-1040) |
931-950 | open | 1916 | Allan | losse bakken voor vervoer per schip (zie 1001-1040); voorzien van losse hekken |
1001-1015 | onderstel | 1915 | Allan | onderstellen voor losse bakken 901-905 en 926-950 |
1016-1040 | onderstel | 1916 | Allan | onderstellen voor losse bakken 901-905 en 926-950; 1038 thans bij Stichting RTM |
1101, 1102 | gesloten | 1916 | Allan | |
1103 | gesloten | 1918 | Allan | ex TBC(bouwjaar 1906) |
1104 | gesloten | 1919 | Allan | ex TBC(bouwjaar 1906) |
1105 | gesloten | 1921 | Allan | ex TBC(bouwjaar 1906) |
1106-1130 | gesloten | 1924 | Allan | 1111 thans bij Stichting RTM |
1131-1170 | gesloten | 1926 | La Brugeoise | 1131-1150 worden kampeerwagens(1946) |
1151-1153 | koel | 1924 | HAWA | worden 1201-1203(1926) |
1201-1203 | koel | 1926 | HAWA | ex 1151-1153(bouwjaar 1924); worden gesloten wagens(1932) |
1401-1424 | open | 1946 | Werkspoor | ex 401-424(bouwjaar 1910) |
1425-1444 | open | 1946 | Métallurgique | ex 425-444(bouwjaar 1907); voorzien van losse hekken |
1445-1450 | open | 1946 | Métallurgique | ex 445-450(bouwjaar 1906); voorzien van losse hekken |
*) Bij de verbouwing van een zevental wagens tot de gesloten goederenwagens 786-792 zijn bij de 786 en 797, de 788 en 794, en de 792 en 800 onderling de nummers verwisseld teneinde een aaneengesloten nummerreeks te verkrijgen. Toen de 800 in 1950 open wagen werd, droeg hij dus het nummer 792. Afkortingen: |
DE N.V. ROTTERDAMSCHE TRAMWEG MAATSCHAPPIJ OP DE EILANDEN
(Een artikel van Mark Grootendorst)
De eerste activiteiten
Op 12 november 1878 werd de N.V. Rotterdamsche Tramweg Maatschappij opgericht met als doel te Rotterdam een net van paardentramwegen te exploiteren. Zij was daarmee de zevende tramwegmaatschappij in ons land maar zij zou spoedig uitgroeien tot één der grootste. Tussen 1878 en 1881 waren het alleen de paardentrams die de aandacht van de jonge maatschappij vroegen. In 1881 werd de eerste stoomtramlijn van de RTM geopend, de lijn Rotterdam-Schiedam, een normaalsporige stoomtramlijn die nu nog voortbestaat als één der interlokale lijnen van de RET.

RTM stoomlocomotief 57-59 rijdt hier met de rijtuigen 76-79 op de brug bij de Koemarkt in Schiedam, ca. 1900
In 1898 werd de eerste interlokale stoomtramweg naar de eilanden geopend, de lijn van Rotterdam Rosestraat naar de Hoekse Waard, echter nu aangelegd met smalspoor (1067 mm. i.p.v. 1435 mm normaalspoor). Tussendoor fungeerde de RTM ook nog als een soort uitzendbureau voor kleine paardentramwegbedrijfjes, die het alleen niet konden bolwerken. Zo werden o.a. in Schiedam, Leiden, Sloterdijk, Hillegersberg en Dordrecht de trambedrijven geholpen met koetsiers, rijtuigen en soms ook nog conducteurs tegen een contractueel vastgelegd bedrag.
De eilanden
Rotterdam groeide in het eind van de vorige eeuw als de spreekwoordelijke kool; vooral Rotterdam-Zuid was het terrein waar de nieuwe havens ten behoeve van het vervoer richting het nieuwe Duitse Keizerrijk en vooral het Ruhrgebied werden aangelegd. De bevolking nam zeer sterk in aantal toe. Het waren vooral mensen uit de plattelandsgebieden van West Brabant en de Zuidhollandse Eilanden die tot de “nieuwe Rotterdammers” gerekend moesten worden. Deze mensen behielden hun familiale en sociale relaties met de vertrekgebieden en zo ontstond langzaam maar zeker een vervoersstroom in die richting. Bovendien werd de Hoekse Waard sinds 1870 ontsloten door de beroemde Barendrechtse Brug. Echter, de wegen aanleg verliep grotendeels te traag of werd in zijn geheel niet uitgevoerd. Een net van klei- en in gunstiger gevallen grindwegen zorgden vooral in natte tijden voor een stagnerend vervoer. Wilden de eilanden profiteren van Rotterdam als groeiend afzetgebied dan moest er een acceptabele vorm van massavervoer komen. Rond de eeuwwisseling kon dit alleen maar de stoomtram zijn. Hetzelfde comité dat de bouw van de Barendrechtse Brug realiseerde ijverde voor de aanleg van een stoomtramlijn naar Rotterdam. Op Schouwen Duiveland was het een ook een burgercomité dat plannen maakte voor een stoomtramlijn tussen Brouwershaven en Steenbergen (met doortrekking naar Roosendaal). Beide comité’s zijn uiteindelijk in contact gekomen met de RTM, die aanleg en exploitatie voor haar rekening zou nemen: in 1898 werd de lijn Rotterdam-Zuid Beijerland geopend, in 1900 de lijn Brouwershaven-Steenbergen. In de periode 1903 tot en met 1909 werd zowel in de Hoekse Waard, op Voorne Putten en Goeree Overflakkee het lijnennet uitgebreid dan wel geopend. Hekkensluiter werd de lijn Brouwershaven – Burgh op Schouwen in 1915.
Door indienststelling van veerboten en sleepschepen werden de stoomtramwegen op de toen nog geïsoleerde eilanden verbonden met de spin in het web, de metropool Rotterdam, met dien verstande dat de lijn tussen IJsselmonde (Middeldijk) en Zwijndrecht georiënteerd was op Dordrecht en de lijn tussen St.Philipsland (veerhaven Anna Jacobapolder) en Steenbergen op West Brabant (Roosendaal en Breda).
De RETM
De Rotterdamsche Tramweg Maatschappij had door al deze uitbreidingen van haar activiteiten ten zuiden van Rotterdam geen tijd meer voor het paardentramnet in de eigen stad. Bovendien, de paardentrams zouden gaandeweg vervangen moeten worden door elektrische trams. De RTM heeft de keus gemaakt om alle aandacht te richten op het eilandennet en heeft daarom de stoomtramlijn Rotterdam – Delfshaven – Schiedam en het paardentramnet in Rotterdam overgedaan aan een nieuwe maatschappij, de Rotterdamsche Electrische Tramweg-Maatschappij (RETM), de latere RET, die spoedig daarna de stoomtram naar Schiedam verving door een elektrische. Ook de paardentrams verdwenen uiteindelijk van het toneel.
Uitbouw
Nu de RTM haar handen vrij had voor haar eilandennet werden de zaken groots aangepakt. De tramwegen op de eilanden werden met elkaar verbonden door veerdiensten. Daartoe werden diverse stoombootmaatschappijen overgenomen, Rijksveerhavens aangelegd en eigen schepen, zowel voor passagiers als goederenwagens (sleepschepen) in de vaart genomen. Door baanverbeteringen kon de maximum snelheid van de trams op veel trajecten worden verhoogd van 20 km/u.(1889) tot 45 km/u.(1934). In 1923 werden de eerste buslijnen in de Hoekse Waard geopend, als toeleverancier voor het eigen tramvervoer. Na de opening van de laatst aangelegde lijn naar Burgh in 1915 bedroeg de totale lengte van het tramnet 235 kilometer. Tezamen met de bovengenoemde activiteiten, de aard van het bedrijf en de hoeveelheid trams per dag kon men met recht spreken van een klein spoorwegbedrijf. Vele tramactiviteiten speelden zich af op vrij forse tramwegemplacementen, zichtbaar vanaf de openbare weg maar “De Toegang tot den Tramweg is Verboden” zoals op de vele gietijzeren en houten borden langs de trambanen te lezen was. Lange trams, eigenlijk treinen, reden tussen de eilanden en de grote stad, Gecombineerd met een reis per veerboot tussen Zijpe en Numansdorp gaf dit alles de sfeer van het “grote reizen”.
Problemen
Ook de RTM kende zijn problemen. Regelmatig lag de directie overhoop met de obligatiehouders. Sociaal gezien voerde de directie een zeer behoudende koers. De beloning van het personeel was niet riant te noemen. Toch bleven veel werknemers jarenlang, soms hun hele werkzame leven, de RTM trouw. Hoewel de directie ook de uitgaven aan het materieel en baan zeer aan de zuinige kant hield werd zij er door de vele ontsporingen toe gedwongen het baanonderhoud te verbeteren. Tijdens de Eerste Wereldoorlog waren het de slechte kolen en het tekort aan personeel die er voor zorgden dat de dienstregeling regelmatig verstoord werd. In de twintiger jaren doken ook kleine particuliere busondernemingen (“snorders”) op die het personenvervoer bij de RTM een flinke teruggang bezorgden. Toch heeft de RTM veel gedaan om de kwaliteit van het vervoer te verbeteren. De verhoging van de maximum snelheid, de indienststelling van motorrijtuigen en de verbetering van de baan moeten in dit kader zeker genoemd worden. In de dertiger jaren deed echter ook de economische crisis op de eilanden zijn ontregelend werk. Het vervoer zakte in, de kleine busondernemingen konden tot 1937 vrolijk het afnemende vervoer per RTM-tram nog meer afromen en de bijdragen van het rijk aan de tramwegmaatschappijen in het algemeen werden steeds geringer. In 1939 werd op enkele lijnen in de Hoekse Waard de personendienst vervangen door bussen. Intussen was Rotterdam Zuid uitgegroeid tot een complete stad en was de tram een deel van het stadsverkeer geworden. Talloze ongelukken, grotendeels veroorzaakt door het verkeer dat geen rekening hield met de tram, bezorgde de RTM-tram geheel ten onrechte het predikaat “moordenaar”. Dat deze blijkbaar moordende tram van levensbelang voor Rotterdam was, zou men echter in de oorlogsjaren ervaren.
De Tweede Wereldoorlog
De oorlog is voor de RTM de redding geweest. Dat klinkt wat cru, maar het feit dat al snel het particuliere autovervoer onmogelijk werd gemaakt deed de vervoerscijfers reeds in 1940 sterk stijgen. Aan de andere kant werd het werk voor het personeel er niet prettiger op. De trams werden langer, de diensten zwaarder, de kolen slechter, de smeermiddelen en reserveonderdelen en daardoor de onderhoudstoestand van het materieel minder. Bovendien werd een groot deel van het vervoersgebied tot “Sperrgebiet”, dus verboden terrein, verklaard. Luchtaanvallen maakten het reizen op en naar de eilanden per tram en boot trouwens toch al tot een riskante zaak. Ook onder het RTM personeel bij de tram- en veerdiensten zijn hierdoor slachtoffers gevallen. Op 18 september 1944 ging het personeel van de RTM in staking. Alleen goederenvervoer per tram ten behoeve van de voedselvoorziening van de stad Rotterdam werd nog verricht als daarom werd verzocht.
Net zoals de Nederlandse Spoorwegen heeft de RTM veel te lijden gehad van de Duitse vernielingen in de periode van de spoorwegstaking tussen september 1944 en mei 1945. Diverse veerhavens waren onbruikbaar geworden, stationsgebouwen vernield, personeelswoningen gesloopt of vernield, bruggen opgeblazen of verdwenen, delen van het tramnet opgebroken en rollend materieel vernietigd of zwaar beschadigd. Veel trammaatschappijen (bv. NBM, MBS, ZVTM en NTM) hielden het voor gezien en hebben hun bedrijf omgezet in een busbedrijf. De RTM echter niet. Een zeer capabele directie, gemotiveerd trampersoneel en een ruime keus aan vervangend materieel zorgde ervoor dat eind jaren veertig de schade zo goed als het kon weer was hersteld. In de jaren vijftig moderniseerde de RTM een gedeelte van haar materieel door gebruik te maken van het bestaande oerdegelijke materieel maar aangepast aan de smaak en de stijl van de vijftiger jaren. De nieuwe kleuren rood en crème werden de huisstijl van de RTM. De reiziger en personeelsleden werden van alles op de hoogte gehouden door het kwartaalblad “de Tramkoerier”. Moderne bussen deden dienst op de kleinere plaatsen.
Na de Watersnoodramp
De Watersnoodramp van februari 1953 verstoorde deze opbouw ruw. De schade aan het tramnet was spoedig hersteld en het materieel had weinig geleden. Echter, na het droogvallen van het eiland Schouwen wilden de bevolking én de autoriteiten de tram niet meer terug. Ruilverkaveling en busvervoer waren de prioriteiten in Zeeland, hoewel een kaartje voor de bus spoedig duurder bleek dan voor de tram. Op 10 oktober 1956 zakte een passerende tram op een recht stuk baan langs de Dordtse Straatweg door het spoor. De baan was na de ramp niet meer in een goede conditie teruggebracht. Onderzoek wees uit dat het een vermogen zou kosten het lijnennet zodanig te repareren dat een verantwoorde en veilige tramexploitatie verzekerd was. Bovendien was besloten tot de uitvoering van het Deltaplan. Veel lijnen zouden moeten worden omgelegd (waarvoor overigens wel plannen voor waren gemaakt) en de veerdiensten gingen verdwijnen zodat het vasthouden aan de tramexploitatie niet logisch meer was. Zo verdwenen in de jaren 1956 en ’57 de tramwegen in de Hoekse Waard en op Goeree- Overflakkee en na het gereedkomen van de dammen in de ’60-er en `70-er jaren de veerdiensten tussen Numansdorp, Zijpe, Middelharnis en Hellevoetsluis. Het veer Anna Jacoba-Zijpe bleef als enige RTM-veerdienst in de vaart tot de voltooiing van de Philipsdam in 1988.
Alleen de tramdiensten tussen Rotterdam en Voorne Putten bleven gehandhaafd en werden verder gemoderniseerd. De stoomtractie verdween eerst uit de personen- maar later ook uit de goederendienst, bestaand materieel werd gemoderniseerd en zelfs in 1963 werd er nog een nieuw tramstel, de “Sperwer” in dienst gesteld. Maar ook dit mocht niet meer baten.
Het einde van de tram
Het toenemend autobezit en het feit dat de aandelen van de RTM overgegaan waren via de gemeente Rotterdam (een verklaard anti-RTM gemeente, men had metroplannen!) naar de Nederlandse Spoorwegen, die helemaal niets van interlokale trams moesten hebben, zorgden ervoor dat de tramdiensten steeds meer ingekrompen werden ten gunste van de busdiensten.
In 1956 reden de laatste personentrams op het traject Ouddorp – Middelharnis en Ooltgensplaat – Middelharnis. Tussen Middelharnis Station en Middelharnis Haven heeft men de lijn tot medio 1961 laten liggen. Dit omdat er nog wel eens gebruik werd gemaakt van deze lijn om het goederenvervoer tussen de plaatsen op Goeree – Overflakkee en wat aldaar “de owverkante” noemde, te kunnen verzorgen. Immers, een vaste verbinding met Goeree – Overflakkee werd eerst in 1964 met de opening van de Haringvlietbrug en later in 1971 de Haringvlietdam, gerealiseerd. Het in de vaart houden van de veerboot tussen Middelharnis Haven en Hellevoetsluis was daarom voor de bewoners van levensbelang.
Tussen Rotterdam Rosestraat en Spijkenisse mochten er geen passagiers meer instappen, dit werd RET gebied. Na het zomerseizoen 1964 verdween de strandtram naar Oostvoorne, al spoedig gevolgd door de dienst Spijkenisse – Oostvoorne. Tussen Rotterdam en Spijkenisse werd eind 1965 afscheid genomen van de tram. Op 14 februari 1966, in een vliegende sneeuwstorm, reed de laatste tram tussen Hellevoetsluis en Spijkenisse.
De laatste RTM-tram tussen Oostvoorne en Spijkenisse reed op dinsdag 22 september 1965. De laatste RTM-tram tussen Rotterdam en Spijkenisse reed op zaterdag 6 november 1965.
Na 68 jaar was er een einde gekomen aan de smalspoortramwegexploitatie en was de RTM een busmaatschappij geworden. Slechts enkele spoordijken, bruggen, gebouwen en de voormalige veerhavens herinneren nog aan het bestaan van de Eilandentram. De NV.Rotterdamsche Tramweg Maatschappij fuseerde al spoedig met enkele Zeeuwse ex-trambedrijven totdat in 1978, honderd jaar na de oprichting van de NV.RTM, de Streekvervoersmaatschappij Zuidwest Nederland (ZWN) werd opgericht. Deze maatschappij is per 1 mei 1999 opgegaan in het conglomeraat Connexxion, waarin ook oud trambedrijf NZH is opgenomen.
Toch geen einde
Het was de Tramweg Stichting, die met de koop van een verzameling stoomtrammaterieel van de RTM in 1965 en nadien met andere aankopen heeft gezorgd dat er naast onroerende goederen ook rollend materieel de gedachtenis aan één der grootste Nederlandse interlokale tramwegmaatschappijen levend blijft. Vanaf 1966 tot en met 1988 reden er gerestaureerde trams van de RTM op een klein stukje spoor tussen Hellevoetsluis Tramhaven en het buurtschap Vlotbrug, later het Winkelcentrum de Struytse Hoek.
In 1989 verhuisde het grotendeels gerestaureerde RTM-materieel naar Ouddorp, waar in 1990 het eerste gedeelte (2 km.) van de nieuwe trambaan tussen de remise aan de Punt en het Bezoekerscentrum Grevelingen werd geopend. Precies dertig jaar na de laatste RTM-rit op Voorne Putten werd op 14 februari 1996 uiteindelijk het gehele museumtramtraject tussen De Punt en de Kabbelaarsbank in gebruik genomen.
Op 23 maart 2007 is de baanverlenging van Port Zélande naar Middelplaat Haven in gebruik gesteld door de burgemeesters van Goedereede en Schouwen-Duiveland. Vanaf dit moment is RTM terug in Zeeland en deed zijn naam “de Eilandentram” weer eer aan. Op de dag van opening van dit baanvak werd het museum erkend als “Geregistreerd Museum”. In 2008 werd door Inspectie Verkeer en Waterstaat, thans Inspectie Leefomgeving en Transport, de concessie afgegeven voor het gebruik van de baan en erkenning als officiële tramlijn.
Tenslotte is op 16 november 2011 het gedeelte Middelplaat Haven naar West Repart/Dolfijn aan het einde van de dam, kort voor Scharendijke, geopend.
Om de 235 kilometer van de RTM in ere te houden ligt hier een baan van ruim 10 kilometer lengte waarop uitsluitend materieel van de voormalige NV. RTM dienstdoet. Baan en materieel worden beheerd en onderhouden door vrijwilligers, die het als hun taak zien om ook nu nog te kunnen ervaren hoe eens een groot stoomtrambedrijf eruit heeft gezien.
Ga naar de fotopagina van de RTM trams
Klik hier voor het artikel over de Schiedamsche Tramweg Maatschappij
Klik hier voor het artikel over de Schielandse Tramweg Maatschappij
Klik hier voor het artikel over de IJsel Stoomtramweg Maatschappij
9 comments for “RTM Railvervoer”