Railatlas van Rotterdam

3.16 REMISE EN CENTRALE WERKPLAATS BLIJDORPSCHEPOLDER (plan)

Alhoewel in de Tramplannen A, B en C uit 1928 nog geen sprake was van verlenging van tramlijnen naar de op dat moment in ontwikkeling zijnde wijk Blijdorp was in 1930 wel gestudeerd op een nieuwe tramremise en werkplaats in de Blijdorpschepolder.

Deze remise, bereikbaar via aan te leggen tramsporen vanaf het Aelbrechtsplein en via de Stadhoudersweg, was gesitueerd ten noorden van de spoorlijn tussen het station D.P. en Schiedam, op de plaats waar zich thans het Roel Langerakpark en de honkbalvelden van Neptunus bevinden. Behalve een remise met 25 opstel(kop)sporen en een werkplaats met in totaal 35 sporen langs een traverse, kwamen in dit ontwerp ook sporen naar een loswal met een insteekhaven langs de Delfshavense Schie voor, kennelijk bedoeld voor de aanvoer van nieuwe trams per binnenschip. Het voorstel voor de bouw van deze remise, afkomstig van RET-directeur Nieuwenhuis, werd door de financieel controleur van de gemeente J.P. de Jong (met wie Nieuwenhuis wel vaker overhoop lag), negatief beoordeeld. Verder ontstond er een controverse tussen de RET-directie en de directeur van Gemeentewerken over de vraag wie als bouwheer zou moeten optreden. Nieuwenhuis vond dat zijn bedrijf zelf voldoende expertise in huis had, terwijl gemeentewerken dergelijke projecten altijd zelf in handen had. De mede daardoor uitblijvende besluitvorming van het gemeentebestuur maakte dat deze plannen nimmer werden gerealiseerd.

Blijdorpse Polder, op de achtergrond het Nenijtoterrein, op de voorgrond rechts de ophaalbrug naar Overschie. Helemaal rechts ter hoogte van het midden van de foto was het remiseterrein gepland. KLM luchtfoto (1928)